HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 46 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 47 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; en
de ruimte tussen bouwwerken.
Artikel 48 Geluidzone - Industrie
48.1 Algemeen
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Industrie' gelden, in verband met het gezoneerde industrieterrein Schiphol, beperkingen voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting vanwege bedrijfslawaai op geluidgevoelige gebouwen.
48.2 Gebruiksregels
48.2.1 Toelaatbaarheid geluidgevoelige gebouwen en terreinen:
nieuwe geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder, zijn uitsluitend toegestaan op de gronden met de aanduiding 'Geluidzone - Industrie' als de geluidbelasting op de gevels van deze gebouwen en/of terreinen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde.
geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder zijn toegestaan, indien daarvoor een hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder is verleend.
Artikel 49 Luchtvaartverkeerzone - lib
49.1 Luchtvaartverkeerzone-LIB 2.2.1
Voor zover de gronden, met de aanduiding Luchtvaartverkeerzone, zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone-LIB artikel 2.2.1, zoals aangegeven in bijlage 3a, gelden de beperkingen met betrekking gevoelige bestemmingen. In het LIB zijn deze geclassificeerd als woningen, woonwagens, woonschepen, gebouwen met een gezondheidszorgfunctie en gebouwen met een onderwijsfunctie.
49.2 Luchtvaartverkeerzone-LIB 2.2.2
Voor zover de gronden, met de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone’, zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone-LIB artikel 2.2.2, zoals aangegeven in bijlage 3b, gelden de beperkingen met betrekking tot de hoogte van gebouwen, andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde en objecten, gesteld in artikel 2.2.2 van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.
49.3 Luchtvaartverkeerzone-LIB 2.2.3
Voor zover de gronden, met de aanduiding ‘Luchtvaartverkeerzone’, zijn gelegen binnen de luchtvaartverkeerzone-LIB artikel 2.2.3, zoals aangegeven in bijlage 3c, gelden beperkingen met betrekking tot de vogelaantrekkende werking gesteld in artikel 2.2.3 van het “Luchthavenindelingbesluit Schiphol”.
Artikel 50 Milieuzone - Geurzone
50.1. Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
een op grond van de daar voorkomende bestemmingen toelaatbaar geurgevoelig object, of de uitbreiding daarvan, mag slechts worden gebouwd indien de geurbelasting vanwege de rioolwaterzuivering van de geurgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarden.
50.2. Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geurgevoelige objecten als geurgevoelig object.
Artikel 51 Other - Archeologie
51.1. Ter plaatse van de aanduiding ‘archeologie’ kan pas tot realisatie van een hoogspanningsverbinding worden overgegaan indien een rapport aan het college van burgemeester en wethouders is overlegd met de resultaten van de boringen naar archeologische waarden;
51.2. Het college van burgemeester en wethouders kan op basis van de gegevens uit het rapport zoals genoemd in artikel 51.1 regels stellen ten aanzien van:
a. treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden;
b. de verplichting tot het doen van opgravingen;
c. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
Artikel 52 other: geen gevoelige bestemming
Ter plaatse van de aanduiding ‘geen gevoelige bestemming’ kan pas tot realisatie van een hoogspanningsverbinding worden overgegaan indien aan de Minister van Economisch Zaken, Landbouw en Innovatie na nadere technische uitwerking van de verbinding een rapport is overlegd met de weergave van de berekende specifieke magneetveldzone conform de handreiking van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu voor het berekenen van de specifieke 0,4 microTesla zone in de omgeving van bovengrondse hoogspanningslijnen, versie 3.0, 25 juni 2009 of de aanvullende afspraken 'RIVM; afspraken over de rekenmethodiek voor de magneetveldzone bij ondergrondse kabels en hoogspanningsstations behorende tot de Randstad 380 kV verbinding d.d. 3 november 2011', en uit dit rapport blijkt dat de gevoelige bestemmingen aan de Venneperweg in Beinsdorp, aan de Kaagweg en Huigsloterdijk in Abbenes na ingebruikname van de hoogspanningsverbinding niet binnen de specifieke magneetveldzone zijn gelegen.
Artikel 53 Veiligheidszone - Bevi
53.1 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone -Bevi' geldt het volgende:
de bouw van kwetsbare objecten is niet toegestaan;
de bouw van beperkt kwetsbare objecten is niet toegestaan, met uitzondering van de herbouw van bestaande beperkt kwetsbare objecten op dezelfde locatie.
Artikel 54 Veiligheidszone - LPG
54.1 Algemeen
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - LPG' gelden bouwbeperkingen voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico vanwege een vulpunt voor LPG.
54.2 Bouwregels
54.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepaling:
er mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen worden gebouwd.
Artikel 55 Veiligheidszone - Propaan
55.1 Algemeen
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone -Propaan' gelden bouwbeperkingen voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico vanwege een vulpunt voor Propaan.
55.2 Bouwregels
55.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepaling:
er mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen worden gebouwd.
Artikel 56 Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde op de verbeelding en in deze regels voor:
het afwijken met niet meer dan 10% van de in dit bestemmingsplan aangegeven percentages, maten en oppervlakten;
het in geringe mate aanpassen van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of - intensiteit daartoe aanleiding geven;
het in geringe mate afwijken tot ten hoogste 2 m van een bouwgrens, mits dit nodig is om het plan aan te passen vanwege een blijkbaar meetverschil tussen werkelijke toestand van het terrein en de verbeelding;
de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
het verhogen van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen met maximaal 25% ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits de totale oppervlakte van vergrotingen op dat gebouw niet meer is dan 50% van de oppervlakte van de bovenste verdiepingsvloer;
de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van civiele kunstwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m.
burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte met 5 meter voor het op stedenbouwkundig aanvaardbare wijze behuizen van de technische installaties, met dien verstande dat maximaal 25% van het dakvlak mag worden bebouwd.
Artikel 57 Algemene wijzigingsregels
57.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
57.2. Ruimte voor ruimte
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien is komen vast te staan dat in een bouwvlak
op gronden als bedoeld in artikelen 3,4 en 5 de agrarische bedrijfsvoering is beëindigd en op gronden als bedoeld in artikel 34, de bestemming binnen dat bouwvlak te wijzigen in de bestemming Wonen waarbij tevens één of meerdere woningen mogen worden gebouwd ter compensatie van storende bebouwing of functies buiten het bestaand bebouwd gebied, mits:
niet meer woningen worden toegestaan dan noodzakelijk is om de sloop van de storende bebouwingfuncties te realiseren;
een vermindering van het bebouwde oppervlak door een netto-afname van bebouwing in oppervlakte en volume plaatsvindt;
zeker is gesteld dat de herstructurering van de te saneren locatie inclusief de sloop van de hiervoor bedoelde bebouwing of functies plaats heeft;
compensatie vanuit het ruimte voor ruimte beleid dient primair plaats te vinden in of tegen het bestaand bebouwd gebied en als dat niet mogelijk is mag het op de te saneren locatie;
sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
de nieuw te bouwen woningen geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering van omringende agrarische bedrijven;
voor zover de locatie is gelegen binnen de 35 Ke contour mogen, na verkregen verklaring van geen bezwaar van de minister I&M, maximaal 3 woningen worden gerealiseerd;
voor zover de locatie is gelegen binnen de 20 Ke contour mogen naast de naast de bestaande maximaal 3 woningen worden gerealiseerd;
57.3. Toevoegen of verwijderen aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel verkooppunt vuurwerk’
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan de bestemmingen de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel verkooppunt vuurwerk toe te voegen of te verwijderen indien voor deze activiteiten op basis van Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is verleend, dan wel een eerder verleende vergunning is ingetrokken.
57.4 Wijzigingen veiligheidszone Bevi, LPG en Propaan
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen regels behorende bij de dubbelbestemmingen Veiligheidszone – Bevi, Veiligheidszone - LPG en Veiligheidszone - Propaan en de op de verbeelding opgenomen aanduidingen ‘Veiligheidszone – Bevi','Veiligheidszone-LPG' en 'Veiligheidszone - Propaan' te:
wijzigen, voor zover verandering in de bedrijfsvoering hiertoe aanleiding geeft en er sprake is van een verbetering van de veiligheidssituatie;
schrappen, voor zover de verkoop van LPG ter plaatse is gestaakt.
Artikel 58 Wro-zone – wijzigingsgebied
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding ‘wro- zone – wijzigingsgebied ’ de bestemmingen geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming ‘Wonen’ en "Tuin"’, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het aantal woningen bedraagt maximaal 12 woningen, maximaal 2 aaneengeschakeld;
De minimale kavelomvang is 375 m2;
Eén woning, het hoofdvolume dient in de eerste 15 meter van het bebouwingsvlak te staan met een orientatie gericht op de Hillegommerdijk;
De overige bebouwing is ondergeschikt in hoogte, massa en uitstraling aan het hoofdvolume en staat minimaal 10 meter uit de voorste perceelsgrens;
De ruimtelijke oriëntatie van de overige bebouwing is gedraaid ten opzichte van het hoofdvolume;
De goothoogte van de bebouwing bedraagt maximaal 4 meter en de nokhoogte van de bebouwing bedraagt maximaal 10 meter.
De rooilijnen aan de zijkanten en achterzijde van het te ontwikkelen wijzigingsgebied dient minimaal 7 meter uit de erfgrens te liggen.
De ontsluiting vindt plaats via de bestaande inrit vanaf de Hillegommerdijk
Het wettelijk kostenverhaal is verzekerd.