26.1 geluidzone - industrie
25.1.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding “geluidzone – industrie” zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op geluidsgevoelige objecten, veroorzaakt door het industrieterrein.
26.1.2 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding “geluidzone – industrie” geldt voor het bouwen van gebouwen de volgende regel:
-
een op grond van de basisbestemming toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welke aangemerkt kan worden als een geluidsgevoelig object, mag niet worden gebouwd.
26.1.3 Afwijken van de bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding “geluidzone – industrie” kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van de regel van lid 26.1.2 en toestaan dat toch nieuwe geluidsgevoelige objecten worden gebouwd, op voorwaarde dat:
-
de geluidruimte, die via deze bestemming voor het industrieterrein is gereserveerd, niet onevenredig wordt beperkt;
-
de geluidsbelasting op de gevels van deze geluidsgevoelige objecten, veroorzaakt door het industrieterrein, niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde of een verkregen hogere waarde.
26.1.4 Specifieke gebruiksregels
Ter plaatse van de aanduiding “geluidzone – industrie” wordt als strijdig gebruik, in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig object.
26.2 veiligheidszone - lpg 1
26.2.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone – lpg 1” zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege de aanwezigheid van een risicovolle inrichting.
26.2.2 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone – lpg 1” geldt voor het bouwen van bouwwerken de volgende regel:
-
anders dan in de basisbestemming is bepaald, mogen op de in lid 26.2.1 bedoelde gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
26.2.3 Specifieke gebruiksregels
Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone – lpg 1” wordt als strijdig gebruik, in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object (met uitzondering van het bestaande gebruik, voor zover het gebruik betreft dat niet reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan).
26.2.4 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
-
de aanduiding “veiligheidszone – lpg 1” te verwijderen op voorwaarde dat de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;
-
de aanduiding “veiligheidszone – lpg 1” te wijzigen (verkleinen), onder de volgende voorwaarden:
-
voor de risicovolle inrichting is een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend of gewijzigd;
-
de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
-
binnen de gewijzigde zone bevinden zich geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
26.3 veiligheidszone - lpg 2
26.3.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone – lpg 2” zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege de aanwezigheid van een risicovolle inrichting.
26.3.2 Specifieke gebruiksregels
Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone – lpg 2” wordt als strijdig gebruik, in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object (met uitzondering van het bestaande gebruik, voor zover het gebruik betreft dat niet reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan).
26.3.3 Afwijken van de gebruiksregels
Ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone – lpg 2” kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van de regel van lid 26.3.2 en toestaan dat gronden en bouwwerken toch als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object worden gebruikt op voorwaarde dat het groepsrisico wordt afgewogen.
26.3.4 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
-
de aanduiding “veiligheidszone – lpg 2” te verwijderen op voorwaarde dat de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd;
-
de aanduiding “veiligheidszone – lpg 2” te wijzigen (verkleinen), onder de volgende voorwaarden:
-
voor de risicovolle inrichting is een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer verleend of gewijzigd;
-
de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
-
binnen de gewijzigde zone bevinden zich geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.