19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
een jachthaven;
-
gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen, onderhoud en beheer,
-
een havenkantoor;
-
gebouwen ten behoeve van detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “detailhandel”;
-
aan detailhandel als bedoeld onder d ondersteunende horeca met een oppervlakte van ten hoogste 6 m², dan wel ten hoogste de bestaande oppervlakte indien deze meer is;
-
horecabedrijven, categorie 1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “horeca tot en met horecacategorie 1”;
-
woningen, voor zover bestaand;
-
bijbehorende bouwwerken bij woningen;
-
stalling van vaartuigen,
met de daarbijbehorende:
-
tuinen, erven en terreinen;
-
wegen en voet- en fietspaden;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
waterlopen en waterpartijen.
19.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen voor de in lid 19.1 onder a tot en met g genoemde functies en gebouwen gelden de volgende regels:
-
de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
het bebouwingspercentage per bouwperceel zal niet meer dan 80% bedragen, dan wel niet meer dan het bestaande percentage indien dat meer bedraagt;
-
de goot- en bouwhoogte zullen niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen;
-
gebouwen dienen met een kap te worden afgedekt in de vorm van een zadeldak, een schilddak, een afgeknot schilddak, een mansardekap, dan wel samengestelde delen van deze kapvormen, waarvan:
-
de dakhelling van het bovenste dakvlak van een mansardekap minimaal 20° dient te bedragen en de dakhelling van het onderste dakvlak van een mansardekap maximaal 80° zal bedragen;
-
de dakhelling van de overige kapvormen minimaal 40° dient te bedragen en maximaal 60° zal bedragen.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van hijskranen zal ten hoogste 15 m bedragen;
-
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2 m bedragen;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5 m bedragen.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de woonsituatie;
-
de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde stadsgezicht als bedoeld in artikel 35,
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2, sub a, onder 4 en toestaan dat een gebouw geheel of gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak of dat wordt afgeweken van de voorgeschreven kapvorm.
19.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca anders dan de in lid 19.1, sub e en sub f genoemde vormen van horeca;
-
het gebruik van vaartuigen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning.