11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Paktuinen 4-6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
een bowling- en biljartcentrum;
-
aan het bowling- en biljartcentrum ondersteunende horeca, categorie 1 en categorie 2, met een oppervlakte van ten hoogste 225 m²;
-
gebouwen ten behoeve van bestaande of op grond van de bij besluit van 15 mei 2008 verleende bouwvergunning planologisch mogelijk gemaakte bedrijven in de vervaardiging, reparatie en opslag van schepen en scheepsbenodigdheden, met daaraan ondergeschikt scheepsmakelaardij,
met de daarbij behorende:
-
tuinen, erven en terreinen;
-
terrassen ten behoeve van de ondersteunende horeca, als bedoeld in sub b;
-
wegen en voet- en fietspaden;
-
groenvoorzieningen;
-
openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
waterlopen en waterpartijen.
11.2 Bouwregels
-
Voor het bouwen van gebouwen voor de in lid 11.1 onder a tot en met c genoemde functies en gebouwen gelden de volgende regels:
-
de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
het bebouwingspercentage per bouwperceel zal niet meer dan 80% bedragen, dan wel niet meer dan het bestaande percentage indien dat meer bedraagt;
-
de goot- en bouwhoogte zullen niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen;
-
gebouwen dienen met een kap te worden afgedekt in de vorm van een zadeldak, een schilddak, een afgeknot schilddak, een mansardekap, dan wel samengestelde delen van deze kapvormen, waarvan:
-
de dakhelling van het bovenste dakvlak van een mansardekap minimaal 20° dient te bedragen en de dakhelling van het onderste dakvlak van een mansardekap maximaal 80° zal bedragen;
-
de dakhelling van de overige kapvormen minimaal 40° dient te bedragen en maximaal 60° zal bedragen.
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór een naar de weg gekeerde zijde van een gebouw ten hoogste 1 m zal bedragen;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5 m bedragen.
11.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de woonsituatie;
-
de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde stadsgezicht als bedoeld in artikel 35,
bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
het bepaalde in lid 11.2, sub a, onder 4 en toestaan dat een gebouw geheel of gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak of dat wordt afgeweken van de voorgeschreven kapvorm;
-
het bepaalde in lid 11.2, sub b, onder 1 en toestaan dat een erf- en terreinafscheiding met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m vóór een naar de weg gekeerde zijde van een gebouw wordt gebouwd.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca anders dan de in lid 11.1, sub b genoemde vorm van horeca.