gemeente: Castricum   status: Vastgesteld
plannaam: Oude Haarlemmerweg 46 - Castricum t Geitenweitje   datum: 08-07-2010
 

2 Bestemmingsregels

 

Artikel 3 Groen

 

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor “Groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

      1. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;

      2. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen ter plaatse van de aanduiding water;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 bouwregels

 

3.2.1 gebouwen

Gebouwen mogen niet worden gebouwd;

3.2.2 bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

      1. vlaggenmasten 6,5 m;

      2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.

Artikel 4 Tuin

 

4.1 bestemmingsomschrijving

De voor “Tuinen” aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.

4.2 bouwregels

 

4.2.1 gebouwen

Gebouwen mogen niet worden gebouwd, met uitzondering van uitbouwen in de vorm van erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen, mits:

      1. de horizontale diepte maximaal 1 m bedraagt;

      2. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde, gronden minimaal 2,5 m bedraagt;

      3. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt, dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m;

4.2.2 bouwhoogte

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal:

      1. erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel 1 m;

      2. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel 2 m;

      3. pergola’s 2,5 m;

      4. vlaggenmasten 6,5 m.

Artikel 5 Verkeer - Verblijf

 

5.1 bestemmingsomschrijving

De voor “Verkeer - Verblijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

      1. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op zowel verblijf als op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;

      2. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;

      3. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;

      4. bergingen ter plaatse van de aanduiding bijgebouw, welke uitsluitend mogen worden gebruikt conform het toegestane gebruik van het aanwezige appartementengebouw;

Met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 bouwregels

 

5.2.1 gebouwen mogen niet worden gebouwd;

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal:

      1. lichtmasten 8 m;

      2. vlaggenmasten 6,5 m;

      3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.

Artikel 6 Wonen

 

6.1 bestemmingsomschrijving

De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

      1. twaalf (12) nieuwe gestapelde woningen ter plaatse van de aanduiding gestapeld gs;

      2. twee (2) nieuwe twee-aan-een woningen ter plaatse van de aanduiding twee-aan-een tae;

      3. een (1) nieuwe vrijstaande woning ter plaatse van de aanduiding vrijstaand vrij;

      4. een (1) nieuwe vrijstaande of twee-aan-een woning ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding-1 sba-1;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

6.2 bouwregels

 

6.2.1 hoofdgrbouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. gebouwd binnen het bouwvlak;

      2. ter plaatse van de aanduiding “maximale goothoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;

      3. ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;

      4. indien een dakhelling is aangegeven geldt die dakhelling +/-5°.

6.2.2 aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de woning mogen zowel in als buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. gebouwd, op het achter- of zijerf, minimaal 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw;

      2. gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw maximaal 75 m2;

      3. het gedeelte van het bouwperceel dat niet in beslag genomen wordt door bouwvlak, mag voor maximaal 50% bebouwd worden;

      4. goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m;

      5. bouwhoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m;

      6. bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw verminderd met 1 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 4,5 m;

      7. hoogte van balkonhekken op aan- en uitbouwen en overkappingen maximaal 1,2 m ten opzichte van de hoogte van de 1e bouwlaag van aan-, of uitbouw of overkapping.

6.2.3 bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

      1. erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel 1 m;

      2. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel 2 m;

      3. pergola’s 2,5 m;

      4. vlaggenmasten 6,5 m.

Artikel 7 Leiding - Gas

 

7.1 bestemmingsomschrijving

 

7.1.1 algemeen

De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor:

      1. een ondergrondse gasleiding;

      2. het beheer en onderhoud van de leiding;

      3. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

Met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.1.2 kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 6) zijn op de in artikel 7.1.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.

7.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 6) mag:

      1. binnen een afstand van 4 m aan weerszijden van de gasleiding geen nieuw bouwwerk worden gebouwd;

      2. op de overige binnen de zone gelegen gronden geen nieuw bouwwerk ten behoeve van de in artikel 6.1.2 genoemde functies worden gebouwd.

De in artikel 7.2 onder b bedoelde bebouwing is wel toelaatbaar, indien de belangen van de leidingen zulks gedogen en alvorens bouwvergunning wordt verleend, schriftelijk advies is ingewonnen door burgemeester en wethouders bij de leidingbeheerder(s).

7.3 aanlegvergunning

 

7.3.1 aanlegvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 7.2 onder a bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

      1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;

      2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;

      3. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;

      4. het aanbrengen of verwijderen van diepgewortelde beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;

      5. het indrijven van voorwerpen in de bodem, uitgevoerd binnen een zone van 4 meter ter weerszijden van de hartlijn van de leiding, behoudens vrijstelling niet zijn toegestaan.

7.3.2 weigering

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het andere-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

7.3.3 verlening

Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.

7.3.4 uitzonderingen

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

      1. andere-werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;

      2. andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.