Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene aanduidingsregels
11.1 Luchtvaartverkeerzone 75
11.1.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding “luchtvaartverkeerzone 75” zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens aangeduid voor een invliegstrook voor de luchtvaart.
11.1.2 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding “luchtvaartverkeerzone 75” mag de bouwhoogte van de bebouwing ten dienste van de aangegeven andere bestemming, niet meer bedragen dan 75 meter.
11.1.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, na het inwinnen van schriftelijk advies bij de beheerder van de betrokken luchtvaartverkeerzone, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1.2 en toestaan dat de hoogtebeperking ten opzichte van de NAP wordt overschreden, mits toepassing van de afwijkingsbevoegdheid geen onaanvaardbare beperking van het vliegverkeer met zich meebrengt.
11.2 Luchtvaartverkeerzone 80
11.2.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding “luchtvaartverkeerzone 80” zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens aangeduid voor een invliegstrook voor de luchtvaart.
11.2.2 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding “luchtvaartverkeerzone 80” mag de bouwhoogte van de bebouwing ten dienste van de aangegeven andere bestemming, niet meer bedragen dan 80 meter.
11.2.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, na het inwinnen van schriftelijk advies bij de beheerder van de betrokken luchtvaartverkeerzone, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2 en toestaan dat de hoogtebeperking ten opzichte van de NAP wordt overschreden, mits toepassing van de afwijkingsbevoegdheid geen onaanvaardbare beperking van het vliegverkeer met zich meebrengt.
11.3 Luchtvaartverkeerzone 85
11.3.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding “luchtvaartverkeerzone 85” zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens aangeduid voor een invliegstrook voor de luchtvaart.
11.3.2 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding “luchtvaartverkeerzone 85” mag de bouwhoogte van de bebouwing ten dienste van de aangegeven andere bestemming, niet meer bedragen dan 85 meter.
11.3.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, na het inwinnen van schriftelijk advies bij de beheerder van de betrokken luchtvaartverkeerzone, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.3.2 en toestaan dat de hoogtebeperking ten opzichte van de NAP wordt overschreden, mits toepassing van de afwijkingsbevoegdheid geen onaanvaardbare beperking van het vliegverkeer met zich meebrengt.
11.4 Luchtvaartverkeerzone 90
11.4.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de aanduiding “luchtvaartverkeerzone 90” zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), tevens aangeduid voor een invliegstrook voor de luchtvaart.
11.4.2 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding “luchtvaartverkeerzone 90” mag de bouwhoogte van de bebouwing ten dienste van de aangegeven andere bestemming, niet meer bedragen dan 90 meter.
11.4.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, na het inwinnen van schriftelijk advies bij de beheerder van de betrokken luchtvaartverkeerzone, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.4.2 en toestaan dat de hoogtebeperking ten opzichte van de NAP wordt overschreden, mits toepassing van de afwijkingsbevoegdheid geen onaanvaardbare beperking van het vliegverkeer met zich meebrengt.
Artikel 12 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder de ontwikkelingsmogelijkheden van aangrenzende (agrarische) bedrijven;
-
het landschaps- en bebouwingsbeeld;
-
de milieusituatie;
-
de verkeersveiligheid,
bij de afweging of er sprake is van een onevenredige aantasting van het landschaps- en bebouwingsbeeld worden de beeldkwaliteitseisen betrokken zoals die zijn geformuleerd in het Beeldkwaliteitsplan project Muntjewerf Anna Paulowna, Molenvaart 377, Molenvaart 543 en Balgweg 27a Breezand d.d.
1 maart 2011,
bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dat om constructieve redenen noodzakelijk is;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat de bouwgrenzen worden overschreden indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
-
het bepaalde in het plan en toestaan de bouwhoogte van andere bouwwerken ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m.
Artikel 13 Algemene wijzigingsregels
-
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen en bouwwerken van openbaar nut mogen worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m.
-
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat de in het bestemmingsplan opgenomen verwijzing naar wetten, verordeningen, circulaires, publicaties, instanties en dergelijke wordt geactualiseerd. De wijziging wordt uitsluitend toegepast, indien het handhaven van de in de regels opgenomen redactie tot onduidelijkheden en/of onjuistheden leidt. Een eventueel bij de actualisering op te nemen verwijzing naar de aangepaste wetten, verordeningen, circulaires, publicaties en instanties wordt alleen opgenomen, indien deze aanpassingen geen inhoudelijke beleidswijziging betreffen.
-
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging als bedoeld in sub a en b is de in de Wet ruimtelijke ordening genoemde procedure van toepassing.