Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels ontheffing kan worden verleend, is het Dagelijks Bestuur bevoegd ontheffing te verlenen van de desbetreffende regels van het plan zodat:
-
in het plangebied de volgende bebouwing wordt toegestaan:
-
gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, met een maximum bouwhoogte van 6 meter en een maximum vloeroppervlak van 25 m2, met dien verstande dat slechts mag worden gebouwd in de openbare ruimte indien is aangetoond dat situering van nutsvoorzieningen in bestaande bebouwing niet mogelijk is, alsmede
-
gebouwen ten behoeve van tramvoorzieningen, met een maximum bouwhoogte van 5 meter en een maximum vloeroppervlak van 25 m2, alsmede
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, vrijstaande muren, erfafscheidingen, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, bruggen, steigers, duikers en andere waterbouwkundige constructies;
-
geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, worden toegestaan, mits de afwijking in situering niet meer dan 2 meter bedraagt;
-
de in de planregels toegestane maximale bouwhoogten in geringe mate worden overschreden, doch de betrokken bouwhoogte met niet meer dan 1 meter wordt vergroot;
-
de in de planregels toegestane maximale bouwhoogten, anders dan bedoeld in c, met ten hoogste 3 meter worden overschreden ten behoeve van lift- en trappenhuizen en technische ruimten, zoals centrale verwarminginstallaties of koelinstallaties, en ten hoogste 5 meter ten behoeve van schoorstenen, ventilatie-inrichtingen, antennes en windmolens;
-
de bebouwingsgrenzen en/of bestemmingsgrenzen worden overschreden tot ten hoogste 1,5 meter ten behoeve van balkons, bordessen, galerijen, luifels, buitentrappen en lift- en trappenhuizen en andere ondergeschikte delen van gebouwen.
|