direct naar inhoud van Regels

Soestdijkse Grachten

Status: Onherroepelijk
Idn: NL.IMRO.0342.BPSOE0010-0401

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS

 

Artikel 17 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 18 Algemene bouwregels

 

18.1 Bestaande en afwijkende maatvoering en situering

  1. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels in artikel 18.3 zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;

  2. Het bepaalde onder a. geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

18.2 Maximum goothoogte

  1. Van een gebouw, waarvan de maximum goothoogte is bepaald, mag geen deel uitsteken buiten de denkbeeldige vlakken, die de denkbeeldige verticale vlakken boven de twee langste randen van het bouwvlak onder een hoek van 142° snijden ter hoogte van de maximum goothoogte. Deze bepaling is niet van toepassing op ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, dakkapellen en goten (zie toelichting in figuur maximale goothoogte).

  2. Van een gebouw waarvoor geen bouwvlak is opgenomen en waarvan de maximum goothoogte is bepaald, mag geen deel uitsteken buiten de denkbeeldige vlakken, die de denkbeeldige verticale vlakken waarin de twee langste gevels van het bouwwerk liggen onder een hoek van 142° snijden ter hoogte van de maximum goothoogte. Deze bepaling is niet van toepassing op ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, dakkapellen en goten (zie toelichting in figuur maximale goothoogte).

 [image]

figuur maximale goothoogte

18.3 Onderkeldering van gebouwen

Voor het bouwen onder een gebouw gelden de volgende regels:

  1. de verticale bouwdiepte van een kelder mag bij bedrijven maximaal 6 meter bedragen en bij woningen 3 meter;

  2. de ondergrondse bebouwing of halfverdiepte bebouwing mag uitsluitend onder het gebouw worden gerealiseerd, met uitzondering van ingangspartijen en voorzieningen voor de toetreding van daglicht;

  3. de bouwhoogte van keermuren ten behoeve van ingangspartijen mag niet meer dan 1.20 meter bedraagt;

  4. de voorzieningen voor de toetreding van daglicht mogen maximaal 1 meter uit de gevel worden gebouwd;

  5. toelaatbaar zijn uitsluitend ondergrondse ruimten die een functionele eenheid vormen met de ter plaatse toegestane functies, zoals (huishoudelijke) bergruimten, parkeerruimten en fietsenstallingen.

Artikel 19 Algemene gebruiksregels

Als strijdig gebruik wordt in ieder geval aangemerkt:

  1. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting, tenzij dit gebruik als zodanig uitdrukkelijk is toegestaan in of krachtens het plan;

  2. het gebruik van onbebouwde gronden als stand- of ligplaats van onderkomens, en als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met de verwerkelijking of het beheer van de bestemming;

  3. het gebruik van gronden en bouwwerken op een wijze waardoor er een tekort aan parkeergelegenheid ontstaat volgens de normen van de 'Beleidsnota parkeernormen en parkeerfonds (1e herziening) d.d. 18 februari 2010';

  4. het bouwen en/of gebruiken in strijd met een afwijking van het bevoegd gezag.

Artikel 20 Algemene aanduidingsregels

 

20.1 Veiligheidszone - lpg

  1. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - lpg' is het bouwen van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van dit plan, uitsluitend toegestaan indien is gebleken dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de voorgestane ontwikkelingen.

  2. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden ter plaatse de aanduiding 'veiligheidzone - lpg' de aanduiding wordt ontnomen, indien de risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd.

20.2 veiligheidszone - vuurwerk

  1. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vuurwerk' is het bouwen van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van dit plan, uitsluitend toegestaan indien is gebleken dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de voorgestane ontwikkelingen.

  2. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden ter plaatse de aanduiding 'veiligheidzone - vuurwerk' de aanduiding wordt ontnomen, indien de risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd.

20.3 Veiligheidszone - Bevi

  1. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - Bevi is het bouwen van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van dit plan, uitsluitend toegestaan indien is gebleken dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de voorgestane ontwikkelingen.

  2. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden ter plaatse de aanduiding 'veiligheidzone - Bevi' de aanduiding wordt ontnomen, indien de risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd.

20.4 Wro-zone - afwijkingsgebied 1

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone - afwijkingsgebied' kan het bevoegd gezag afwijken van de regels, voor de vestiging van dienstverlenende bedrijfsactiviteiten waarbij bedrijven tot en met milieucategorie 2 zijn toegestaan, mits kan worden voldaan aan de parkeernormen volgens de 'Beleidsnota parkeernormen en parkeerfonds (1e herziening) d.d. 18 februari 2010.

Artikel 21 Algemene afwijkingsregels

 

21.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan:

  1. voor het overschrijden van bouwgrenzen, mits de overschrijding niet meer dan 2 meter bedraagt;

  2. voor het overschrijden van voorgeschreven maten en percentages tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages;

  3. voor de bouw van nutsvoorzieningen, met dien verstande dat -indien het gebouwen betreft- de inhoud niet meer dan 60 m³ en de goothoogte niet meer dan 4 m bedraagt, en -indien het andere bouwwerken betreft- de oppervlakte niet meer dan 10 m² en de bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt;

  4. voor de bouw van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor de stalling van scootmobielen of daaraan gelijk te stellen vervoersmiddelen bij een woningcomplex waar ouderen en/of zorgbehoevenden zijn gehuisvest, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m en de oppervlakte niet meer dan 2m² per scootmobiel mag bedragen;

  5. voor het plaatsen van beeldende kunstwerken met een maximale bouwhoogte van 5 m.

 

21.2 Criteria

Er wordt niet afgeweken als bedoeld in lid 21.1, indien daardoor afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 22 Algemene wijzigingsregels

 

22.1 Overschrijding van bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de begrenzing van bestemmings- en bouwvlakken wijzigen, zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij de wijziging betrokken vlakken en zones niet meer dan 20% wordt verkleind of vergroot.

22.2 Wijzigen van Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen de van deze regels deel uit makende Staat van bedrijfsactiviteiten wijzigen, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven.

22.3 Wijzigen van Beleidsnota parkeernormen en parkeersfonds

Burgemeester en wethouders kunnen voor het toepassen van de Beleidsnota parkeernormen en parkeerfonds (1e herziening) d.d. 18 februari 2010 het bestemmingsplan wijzigen voor zover dit nodig is in verband met een nieuwe door de gemeenteraad vastgestelde Beleidsnota parkeernormen en parkeerfonds.

22.4 Wro-zone - wijzigingsgebied - 1

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat de geldende bestemmingen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied - 1' geheel, gedeeltelijk en/of gefaseerd worden gewijzigd ten behoeve van de vestiging van perifere detailhandel waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen:

  1. de voorgevel van de bedrijfsgebouwen moet zichtbaar zijn vanaf de Koningsweg;

  2. de voorgevel maximaal 50 meter van de Koningsweg of het aangrenzende groen wordt gesitueerd;

  3. het parkeren op eigen terrein wordt opgelost volgens de normen van de gemeentelijke Parkeernota (1e herziening) d.d. 18 februari 2010 danwel een wijziging van de parkeernomen;

22.5 Wro-zone - wijzigingsgebied - 2

Burgemeester en wethouders van de gemeente Soest zijn bevoegd om gronden met de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebeid 2'(Dorresteingweg 5 C) te wijzigen in de bestemming Wonen als bedoeld in artikel 11, waarbij de volgende bepalingen gelden:

  1. in het bouwvlak 1 woning is toegestaan;

  2. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;

  3. ondertekenen exploitatieovereenkomst inclusief planschadekosten;

  4. door middel van een op te stellen akoestisch onderzoek dient aangetoond te worden dat de omliggende bedrijven niet worden belemmerd in hun bedrijfsvoering;

  5. middels onderzoeken is aangetoond dat er geen onevenredige schade voor het milieu, bodem en archeologische waarden ontstaat;

  6. aan de in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' van de gemeente Soest vastgelegde parkeernormen wordt voldaan;

  7. alle wettelijk verplichte onderzoeken zijn gedaan.

 

Postadres:
Postbus 2000
3760 CA Soest
Telefoon: (035) 6093411
E-mail: postbus2000@soest.nl