Artikel 19 Wonen - Bos en Duin

 

19.1 bestemmingsbeschrijving

Voor de 'Wonen - Bos en Duin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen;

  2. tuinen en erven;

  3. parkeervoorzieningen met daarbij behorende ontsluitingsverhardingen, met dien verstande dat voorzien dient te worden in volgende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen, zoals vastgesteld in de Beleidsnota parkeernormen en parkeerfonds (1e herziening) d.d. 18 februari 20101;

  4. bij deze doeleinden behorende andere voorzieningen, zoals groenvoorzieningen en nutsvoorzieningen.

 

19.2 bouwregels

 

19.2.1 toegestane bouwwerken

Op en in gronden, als bedoeld in lid 19.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. woningen;

  2. aan- en uitbouwen;

  3. bijgebouwen en overkappingen;

  4. andere bouwwerken.

 

19.2.2 bouwen van woningen

Voor het bouwen van woningen, als bedoeld in lid 19.2.1 onder a, gelden de volgende eisen:

  1. woningen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd, met de voorgevels gekeerd naar de weg;

  2. de bouwhoogte mag niet meer dan 10,5 meter bedragen;

  3. ter plaatse van de bouwaanduiding 'twee-aan-een' zijn uitsluitend twee-onder- één- kapwoningen toegestaan;

  4. ter plaatse van de bouwaanduiding 'vrijstaand' zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;

  5. de dakhelling mag niet minder bedragen dan 30° en niet meer dan 60°, uitgezonderd de dakhelling van mansardekappen en dakkapellen;

  6. onder woningen zijn kelders toegestaan tot een diepte van maximaal 3,3 meter beneden peil;

  7. op woningen zijn dakkapellen toegestaan, mits deze voldoen aan de redelijke eisen van welstand, zoals verwoord in de Welstandsnota, zoals verwoord in de welstandsnota d.d. 3 juni 2004.

 

19.2.3 bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen buiten het bouwvlak en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak en overkappingen gelden de volgende eisen:

  1. de aan- en uitbouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan op het bij een woning behorende bouwperceel op een afstand van 3 meter achter de voorgevel of het verlengde daarvan, uitgezonderd de gevallen als bedoeld in lid 19.2.3 onder h.;

  2. bijgebouwen mogen buiten het bouwvlak uitsluitend ter plaatse van de bouwaanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd;

  3. onder aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn kelders toegestaan tot een diepte van maximaal 3,3 meter beneden peil;

  4. op aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn geen dakkapellen toegestaan;

  5. de totale oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de woning mag niet meer bedragen dan 20% van het bijbehorende bouwperceel met een maximum van:

    1. 120 m² bij vrijstaande woningen;

    2. 75 m² bij twee-onder-één-kapwoningen;

  6. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 meter;

  7. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

bouwwerk

bouwhoogte

aan- en uitbouwen

5 meter

bijgebouwen  

5 meter

overkappingen

3 meter

 

  1. aan- en uitbouwen bij een woning mogen een diepte van 3 meter hebben, onverminderd het hiervoor bepaalde en met dien verstande dat:

    1. de gezamenlijke diepte van een woning en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer dan 15 meter mag bedragen;

    2. de breedte van de aan- en uitbouw aan de achterzijde van het hoofdgebouw niet meer dan de breedte van het hoofdgebouw, inclusief aan- en/of uitbouwen aan de zijgevel mag bedragen;

    3. de afstand van de aan- en uitbouw aan de zijgevel van de woning dient tot aan de voorgevel meer dan 3 meter te bedragen.

 

19.2.4 bouwen van andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende eisen:

  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

ander bouwwerk

bouwhoogte

perceelsafscheidingen

2 meter

overige andere bouwwerken

1 meter

 

  1. voor het bouwen van een zwembad dient het volgende in acht te worden genomen:

    1. een zwembad is uitsluitend toegestaan op een bij een woning behorend bouwperceel op een afstand van 3 meter van de voorgevel of het verlengde daarvan;

    2. de oppervlakte van het zwembad mag niet meer bedragen dan 20% van het bijbehorende bouwperceel met een maximum van 35 m².

 

19.3 specifieke gebruiksregels

 

19.3.1 aan huis gebonden beroep of aan huis gebonden bedrijf

Woningen en aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebruikt ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of een aan huis gebonden bedrijf, met dien verstande dat:

  1. het beroep of bedrijf door de hoofdbewoner van de woning wordt uitgeoefend, welke hoofdbewoner maximaal 1 medewerker in dienst mag hebben;

  2. maximaal 50 m² van de vloeroppervlakte van de woning voor de bedoelde activiteiten mag worden gebruikt;

  3. de in lid 19.3.1 onder sub b. genoemde maximale oppervlakte het totaal is van de oppervlakten binnen de woning en de eventueel bij de woning behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

  4. er geen reclame wordt gemaakt aan of bij het pand, met uitzondering van een klein bord, met een maximale oppervlakte van 0,5 m², voor de mededeling van het beroep, de openingstijden etc.;

  5. er geen sprake is van zakelijke dienstverlening aan huis;

  6. er geen detailhandel wordt uitgeoefend, met uitzondering van beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;

  7. er geen horeca plaatsvindt;

  8. de activiteiten met betrekking tot een aan huis gebonden beroep of bedrijf mogen geen hinder voor het milieu opleveren; dit betekent in ieder geval dat het dient te gaan om activiteiten die niet onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen en bedrijven tot en met categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt, dan wel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft hun gevolgen voor de omgeving;

  9. het gebruik van de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf niet mag leiden tot (een onevenredige) afbreuk of aantasting van het woonkarakter van de woning;

  10. de activiteiten met betrekking tot een aan huis gebonden beroep of bedrijf mogen zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het (woon)karakter van de wijk;

  11. door de bedrijvigheid geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt, met dien verstande dat, behoudens in- en uitladen, geen bedrijfsmatige activiteiten in het openbaar gebied rond de betreffende kleinschalige bedrijvigheid mogen plaatsvinden;

  12. Op de voor 'Wonen - Bos en Duin' als bedoeld in lid 19.1 aangewezen gronden dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen, zoals vastgelegd in de Beleidsnota parkeernormen en parkeerfonds (1e herziening) d.d. 18 februari 2010.