Artikel 8 Tuin
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, behorende bij het hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Toegestane bouwwerken
Op en in gronden als bedoeld in lid mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd
8.2.2 Bouwen
De bouwhoogte van bouwwerken als bedoeld in lid 8.2.1 mag niet meer bedragen dan 1 m.
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
8.3.1 Omgevingsvergunningplicht
Het is verboden, in andere gevallen dan die waarop de Ontgrondingenwet of de Ontgrondingenverordening van de provincie Utrecht van toepassing is, uitsluitend op en in de gronden als bedoeld in lid 8.1 zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden) van Burgemeester en Wethouders van Soest de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het aanleggen van parkeervoorzieningen.
8.3.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht
het normale onderhoud betreffen;
noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer van de grond;
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
van zodanig ondergeschikt belang en van zo geringe omvang zijn, dat aan de karakteristieke waarden van de bomen en hagen geen afbreuk wordt gedaan;
gelet op de in de bestemmingsomschrijving als bedoeld in lid 8.1 opgenomen doeleinden, waaronder het behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden, voor deze gronden van ondergeschikte betekenis moeten worden beschouwd.
8.3.3 Omgevingsvergunning; toelaatbaarheid werken en werkzaamheden
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.3.1 mag slechts verleend worden, indien:
de werkzaamheden of de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of natuurwetenschappelijke waarden niet onevenredig aantasten of kunnen aantasten;
door het stellen van voorwaarden ten aanzien van plaats, omvang, wijze en tijd van uitvoering aantasting van de landschappelijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of natuurwetenschappelijke waarden kan worden voorkomen;
de mogelijkheden tot herstel van de landschappelijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of natuurwetenschappelijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.