Landelijk Gebied
Status: | Geconsolideerde versie |
Idn: | NL.IMRO.0342.BPLG0002-0401 |
Artikel 45 Waarde - Archeologie - Waardevol gebied 2
45.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - Waardevol gebied 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van terreinen met hoge archeologische waarden, die geen beschermde monumentenstatus hebben, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie - Waardevol gebied 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
45.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
45.2.1 Verbod
Op de voor 'Waarde - Archeologie - Waardevol gebied 2' mede bestemde gronden is het verboden om zonder een afwijking zoals bedoeld in lid 45.3 te bouwen of te laten bouwen krachtens de andere daar voorkomende bestemming(en).
45.2.2 Uitzonderingen
Het onder lid 45.2 genoemde verbod is niet van toepassing op:
bebouwing die nodig is voor het archeologisch onderzoek met een maximale bouwhoogte van 5 meter;
bebouwing op gronden waarvan kan worden aangetoond dat de waardevolle laag al is geroerd;
bebouwing waarvan op voorhand is vastgesteld dat het belang van de archeologie niet onevenredig wordt geschaad;
bebouwing waarvan de ondergrondse bouwdiepte niet meer bedraagt dan 30 cm en die kan worden gebouwd krachtens de andere daar voorkomende bestemming(en);
de verbouwing en/of sloop- en nieuwbouw van bestaande bebouwing krachtens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
de bestaande fundering wordt gebruikt;
de bestaande oppervlakte met niet meer dan 50 m² wordt uitgebreid.
45.3 Afwijken van de bouwregels
45.3.1 Afwijking
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in lid 45.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet worden verstoord.
45.3.2 Beperkingen
Het bevoegd gezag kan onder beperkingen afwijken en de volgende regels aan de afwijking verbinden:
de verplichting tot het (laten) treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
de verplichting tot het (laten) doen van opgravingen, of de verplichting de activiteit, die leidt tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
45.3.3 Advies
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een afwijking, winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de afwijking archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke regels aan de afwijking moeten worden verbonden.
45.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
45.4.1 Verbod
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie - Waardevol gebied 2' aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
de bodem met meer dan 1 meter op te hogen boven het bestaande maaiveld;
het verwijderen van funderingen op een diepte van meer dan 30 cm onder het bestaande maaiveld;
de aanleg of uitbreiding van oppervlakteverhardingen met een gezamenlijke oppervlakte van 50 m² zoals wegen, paden, banen of parkeergelegenheden;
het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, vijvers, sloten, greppels en andere wateren;
de aanleg van drainage op een diepte van meer dan 30 cm onder het bestaande maaiveld;
de aanleg van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies op een diepte van meer dan 30 cm onder het bestaande maaiveld;
het planten en/of het vellen/rooien van diepwortelende bomen en/of beplanting;
andere grondbewerkingen op een diepte van meer dan 30 cm onder het bestaande maaiveld.
45.4.2 Uitzonderingen
Het onder lid 45.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
die het normale onderhoud betreffen;
die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
die het archeologisch onderzoek betreffen;
die een oppervlakte van 50 m² of minder beslaan;
die zijn voorzien op gronden waarvan kan worden aangetoond dat de waardevolle laag al is geroerd;
waarvan op voorhand is vastgesteld dat het belang van de archeologie niet onevenredig wordt geschaad.
45.4.3 Toetsingscriteria
De vergunning wordt verleend, indien de in lid 45.4.1 bedoelde werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de archeologische waarden, of indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
45.4.4 Voorwaarden
Het bevoegd gezag kan de vergunning onder beperkingen verlenen en de volgende regels aan de aanlegvergunning verbinden:
de verplichting tot het (laten) treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
de verplichting tot het (laten) doen van opgravingen, of de verplichting de activiteit die leidt tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
45.4.5 Advies
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige, omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke regels aan de vergunning moeten worden verbonden.
45.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Waarde - Archeologie - Waardevol gebied 2' geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.