direct naar inhoud van Regels

Landelijk Gebied

Status: Geconsolideerde versie
Idn: NL.IMRO.0342.BPLG0002-0401

Artikel 14 Maatschappelijk

 

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. maatschappelijke voorzieningen op het gebied van verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, kinderopvang voor kinderen van 0 tot en met 12 jaar, gezondheids- en revalidatiezorg;

  2. ter plaatse van de functieaanduiding 'dierenasiel': uitsluitend een dierenasiel, al dan niet gecombineerd met pension- en opvang voor huisdieren, een vogelopvangcentrum en activiteiten gericht op natuur- en milieu-educatie;

  3. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - woonzorgvoorziening': uitsluitend een woonzorgvoorziening;

  4. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepskamperen': uitsluitend een scoutingterrein met clubhuizen met overnachtingsmogelijkheden en voor groepskamperen;

  5. behoud en herstel alsmede instandhouding van de aldaar voorkomende visueel-ruimtelijke kwaliteit, zoals beschreven in bijlage 1 van de planregels;

  6. behoud en herstel van de voorkomende natuurlijke waarden;

met de daarbij behorende:

  1. parkeervoorzieningen;

  2. bij deze bestemming behorende tuinen, ontsluitingsverhardingen, erven en bedrijfsterreinen, groenvoorzieningen, paardenbakken, nutsvoorzieningen en overige voorzieningen, zoals speel- en sportvoorzieningen.

 

14.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

14.2.1 Gebouwen

  1. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

  2. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij op de verbeelding met de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven;

  3. voor de maatvoering van de gebouwen geldt de op de verbeelding met de maatvoeringsaanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' en of met de maatvoeringsaanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven maten;

  4. in afwijking van het gestelde onder c van dit lid, mag de bouwhoogte van gebouwen ter plaatse van de functieaanduiding 'dierenasiel' niet meer bedragen dan 3 meter;

  5. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding – gemeentelijke monumenten': de instandhouding en bescherming van een gemeentelijke monument.

 

14.2.2 Bedrijfswoning

  1. ter plaatse van de bouwaanduiding 'bedrijfswoning' mag maximaal één bedrijfswoning worden gebouwd;

  2. voor de maatvoering van de bedrijfswoningen gelden de maten die met de maatvoeringsaanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' op de verbeelding zijn aangegeven;

  3. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m³.

 

14.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoning

  1. bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan op een afstand van 3 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning;

  2. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 100 m² bedragen;

  3. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:

bijbehorend bouwwerk

goothoogte

bouwhoogte

gebouwen

3 meter

5 meter

overkappingen

3 meter

3 meter

  1. van bijbehorende bouwwerken mag geen deel uitsteken buiten de denkbeeldige vlakken, die vanaf een hoogte van 3 meter op de zijdelingse perceelsgrenzen onder een hoek van 52 graden met de horizon omhooglopen.

 

14.2.4 Andere bouwwerken

  1. De bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan in de tabel is aangegeven:

ander bouwwerk

bouwhoogte

perceelafscheidingen

3 meter

speel- en sportvoorzieningen

3 meter

technische installaties

5 meter

 

14.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:

  1. Voor het parkeren moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen.

 

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

14.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  1. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage (uitgezonderd het vervangen van bestaande drainage);

  2. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater, aanbrengen van oeverbeschoeiing;

  3. het beplanten van gronden van houtgewassen, ter plaatse van de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;

  4. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties;

  5. de aanleg van verhardingen groter dan 50 m² (zoals verharde wandel- of fietspaden en kavelpaden);

  6. het aanleggen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;

  7. omzetten van grasland naar bouwland.

 

14.4.2 Uitzondering op het uitvoeringsverbod

Het verbod van 14.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  1. normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming betreffen;

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;

  3. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;

  4. binnen het bouwvlak plaatsvinden.

 

14.4.3 Voorwaarden van een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 14.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de in bijlage 1 beschreven bestaande visueel-ruimtelijke kwaliteit en gewenste beeldkwaliteit, alsmede de natuurwaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, hetgeen door de aanvrager wordt aangetoond met een schriftelijk advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur.

 

14.5 Wijzigingsbevoegdheid

 

14.5.1 Vervolgfuncties

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Maatschappelijk' zodanig te wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van het bedrijf vervolgfuncties toegestaan zijn, met dien verstande dat:

  1. de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien het bedrijfsmatig gebruik aantoonbaar is beëindigd;

  2. er na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen nieuwe gebouwen mogen worden gebouwd en bestaande gebouwen niet mogen worden uitgebreid;

  3. In afwijking van het bepaalde onder b van dit lid geldt dat indien bestaande vrijkomende bedrijfsgebouwen niet geschikt zijn voor een vervolgfunctie, aanspraak gemaakt kan worden op de saneringsregeling waarbij de huidige bebouwing gesloopt wordt waarna 50% van het voormalige bebouwingsoppervlak met een maximum van 400 m² teruggebouwd mag worden;

  4. de bestemmingswijziging zich richt op de gronden waar bebouwing aanwezig is;

  5. bij de bestemmingswijziging een bestemming wordt opgenomen die op de vervolgfunctie betrekking heeft;

  6. er geen sprake mag zijn van buitenopslag of andere bedrijfsactiviteiten die buiten de bebouwing plaatsvinden;

  7. de vervolgfunctie de in bijlage 1 van de planregels beschreven bestaande visueel-ruimtelijke kwaliteit en gewenste beeldkwaliteit niet onevenredig mag aantasten;

  8. er sprake dient te zijn van een goede landschappelijke inpassing;

  9. de aanvrager dient middels een schriftelijk advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur in te gaan op het bepaalde onder g en h van dit lid. Dit advies is een onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing als bedoeld onder r;

  10. de publiek- en/of verkeersaantrekkende werking van vervolgfuncties niet onevenredig wordt vergroot en dat de bestaande infrastructuur berekend moet zijn op de nieuwe activiteit;

  11. de vervolgfunctie dient milieuhygiensich inpasbaar te zijn; er geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven mogen optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreiding- en ontwikkelingsmogelijkheden);

  12. het parkeren binnen het bouwvlak op eigen terrein moet plaatsvinden met dien verstande dat moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernorm;

  13. het aantal woningen niet mag toenemen;

  14. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nieuwe hoofdbestemming;

  15. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nieuwe hoofdbestemming als bedoeld in de categorieën 1 van de Staat van Horeca-activiteiten als bedoeld in bijlage 5 van de planregel;

  16. bedrijven uit categorie 3 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten als bedoeld in bijlage 3 van de planregels niet zijn toegestaan;

  17. stapeling van vervolgfuncties niet is toegestaan;

  18. de aanvrager aan de hand van een door een deskundige op te stellen ruimtelijke onderbouwing dient aan te tonen dat wordt voldaan aan het in dit lid bepaalde en dat de voorgestelde wijziging vanuit het oogpunt van stedenbouw, verkeer, milieu, geluid, cultuurhistorie, archeologie, landschap, natuur, flora en fauna, externe veiligheid en risiconormering geen beletsel vormt. Een inrichtingsplan dient onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing te zijn.

Postadres:
Postbus 2000
3760 CA Soest
Telefoon: (035) 6093411
E-mail: postbus2000@soest.nl