Landelijk Gebied
Status: | Geconsolideerde versie |
Idn: | NL.IMRO.0342.BPLG0002-0401 |
Artikel 6 Bos - Natuur
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bos - Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
instandhouding, behoud, herstel en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen natuur- en landschapswaarden en cultuurhistorische waarden;
bos ten behoeve van houtproductie en natuurwaarden;
watergangen, sloten en andere waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals duikers, bruggen en stuwen;
extensief dagrecreatief medegebruik met daarbij behoren de voorzieningen zoals fiets- en wandelpaden, ruiterpaden en picknickplaatsen, mits de ter plaatse voorkomende natuurwaarden niet wezenlijk worden verstoord;
ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van natuur - schuifzand': een open terrein met zandverstuiving;
ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bos - bosschuur': een bosschuur;
ter plaatse van de functieaanduiding 'opslag': opslag ten behoeve van het onderhoud van de bestemming 'Bos - Natuur';
ter plaatse van de functieaanduiding 'ecologische verbindingszone': een ecologische verbindingszone met een ecoduct;
ter plaatse van de functieaanduiding 'bomenteelt': een terrein voor bomenteelt;
ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning – expositieruimte': uitsluitend een expositieruimte;
ter plaatse van de functieaanduiding 'houtwal': een houtwal;
ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van natuur - wandelpad': tevens een wandelpad;
met de daarbij behorende:
parkeervoorzieningen;
groenvoorzieningen en ontsluitingsverhardingen;
waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals duikers, bruggen en stuwen.
6.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
gebouwen zijn niet toegestaan;
op de gronden zijn wildrasters toegestaan en mogen terreinafscheidingen met een maximale hoogte van 1 m worden gebouwd;
ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding – bijbehorende bouwwerken' zijn bestaande bijbehorende bouwwerken toegestaan;
in afwijking van het gestelde onder a van dit lid is ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bos- bosschuur': een bosschuur toegestaan met een bouwhoogte die niet meer mag bedragen dan de bestaande bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2. ten behoeve van het bouwen van wildrasters en terreinafscheidingen tot een bouwhoogte van 3 meter, mits de natuur-, landschap- en cultuurhistorische waarden niet worden aangetast, hetgeen aanvrager aan de hand van een advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur dient aan te tonen.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Bos - Natuur' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
het aanleggen of verharden van wegen, paden en banen en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
het aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse constructies, installaties of apparaten met een grotere hoogte of diepte dan 0,75 meter;
het vellen of rooien van bomen en hagen, met dien verstande, dat geen vergunning is vereist voor het periodiek kappen van griendhout en ander hakhout, voor zover het betreft de normale uitoefening van het ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan bestaande bodemgebruik;
het beplanten van gronden met bomen en ander opgaand houtgewas, voor de gronden, die ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan niet als zodanig beplant zijn;
het graven, verbreden, verdiepen, dempen of aanleggen van waterpartijen, waterlopen, sloten en andere wateren.
6.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod
Het verbod van lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.
6.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden zoals bedoeld in lid 6.1 niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, hetgeen aanvrager aan de hand van een advies van een deskundige inzake cultuurhistorie, landschap en natuur dient aan te tonen.
6.5 Specifieke gebruiksregels
voor het parkeren moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid conform de gemeentelijke parkeernormen;
het gebruik als opslag mag niet meer bedragen dan de oppervlakte als aangegeven door middel van de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte'.