Landelijk Gebied
Status: | Geconsolideerde versie |
Idn: | NL.IMRO.0342.BPLG0002-0401 |
Artikel 5 Bos - Bostuin
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos - Bostuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
tuinen;
parkeervoorzieningen met bijbehorende ontsluitingsverhardingen;
bos ten behoeve van het behoud en herstel van de natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden;
ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein': een parkeerterrein.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding – bijbehorende bouwwerken' bestaande bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 van dit artikel voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met inachtneming van het volgende:
het totale oppervlak van de bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 6 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 2,5 meter;
er mag alleen worden gebouwd achter de voorgevelbouwgrens.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Bos - Bostuin' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
het afgraven of ophogen van gronden met meer dan 0,3 m en het egaliseren van gronden;
het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
het winnen van bosstrooisel of mos;
het verwijderen van bodemvegetatie;
het vellen, rooien of beschadigen van opgaand houtgewas, een en ander voor zover de Boswet niet van toepassing is;
het beplanten van de gronden met bomen of struiken.
5.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod
Het verbod van lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
werken en werkzaamheden die zijn bedoeld om de directe gevolgen van calamiteiten of plagen te beperken.
5.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden zoals bedoeld in lid 5.1 niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast hetgeen door de aanvrager aan de hand van een door een onafhankelijk deskundige op te stellen advies wordt aangetoond