gemeente: Loenen   status: Onherroepelijk
plannaam: Nigtevecht   datum: 11-08-2010
 

3 Algemene regels

 

Artikel 20 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 21 Voorrangsregel

Voor zover de aangegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden:

      1. in de eerste plaats de regels van artikel 18 (Waterstaat - Waterkering);

      2. in de tweede plaats de regels van artikel 16 (Waarde - Archeologie);

      3. in de derde plaats de regels van artikel 17 (Waarde - Beschermd dorpsgezicht);

      4. in de vierde plaats de regels van artikel 19 (Waterstaat - Waterstaatkundige functies).

Artikel 22 Algemene bouwregels

 

22.1 bestaande maatvoering

In die gevallen dat de bestaande goot- en boeiboordhoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goot- en boeiboordhoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

22.2 bestaand bebouwingspercentage

In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

Artikel 23 Algemene gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in elk geval verstaan:

      1. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

      2. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

      3. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

Artikel 24 Algemene ontheffingsregels

 

24.1 algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

      1. in het plan genoemde goot- en boeiboordhoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goot- en boeiboordhoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;

      2. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;

      3. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden ten behoeve van liftschachten, kelderingangen en hellingbanen;

      4. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;

      5. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot maximaal 10 m.

24.2 vereisten ontheffing

Ontheffing als bedoeld in artikel 24.1 kan slechts worden verleend, mits:

      1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

      2. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 25 Algemene procedureregels

Op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing van het plan is de volgende procedure van toepassing:

      1. een ontwerp van het besluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage;

      2. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, op de website van de gemeente en voorts op de gebruikelijke wijze;

      3. de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;

      4. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk en mondeling zienswijzen indienen omtrent het ontwerp van het besluit.

Artikel 26 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De regels van stedenbouwkundige aard van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voorzover het betreft:

      1. bereikbaarheid van bouwwerken van wegverkeer, brandblusvoorzieningen;

      2. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;

      3. de ruimte tussen bouwwerken;

      4. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.