14.1 bestemmingsomschrijving
14.1.1 algemeen
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
waterhuishoudkundige doeleinden;
waterberging;
waterlopen;
het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van aanwezige of potentiële landschappelijke en natuurlijke waarden ter plaatse van de aanduiding ecologische verbindingszone;
de aanleg van pleziervaartuigen ter plaatse van de aanduiding jachthaven;
de aanleg van een veerpont ter plaatse van de aanduiding veerhaven;
een sluis ter plaatse van de aanduiding sluis;
aanlegsteigers aan de oever van een tuin en/of erf van een woning of woonschip en ter plaatse van de aanduiding aanlegsteiger;
het bestaande aantal woonschepen ter plaatse van de aanduiding woonschepenligplaats;
ligplaatsen voor recreatievaartuigen;
14.1.2 woonschepen
In aanvulling op het bepaalde in artikel 14.1 onder i zijn woonschepen toegestaan ter plaatse van de aanduiding woonschepenligplaats die voldoen aan de volgende kenmerken:
lengte maximaal 18 m;
breedte maximaal 6 m;
goot- en boeiboordhoogte maximaal 3,5 m;
bouwhoogte maximaal 4 m;
diepte omloop en overstek maximaal 0,8 m;
diepte dakoverstek maximaal 0,3 m;
onderlinge afstand tussen tweewoonschepen of enige uitstekend deel daarvan minimaal 5 m.
14.1.3 recreatievaartuigen
In aanvulling op het bepaalde in artikel 14.1 onder j zijn recreatievaartuigen toegestaan die voldoen aan de volgende kenmerken:
situering uitsluitend aan de oever van een tuin en/of erf van een woning aan de Vecht;
maximale aantal recreatievaartuigen per woning bedraagt 1;
maximale lengte per recreatievaartuig bedraagt 12 m;
vooraf dient instemming van de vaarwegbeheerder te worden verkregen wat betreft nautische aspecten.
14.2 bouwregels
14.2.1 gebouwen
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
14.2.2 bouwwerken geen gebouwen zijnde
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, maximaal:
bruggen en viaducten 8 m;
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m
14.2.3 aanlegsteigers
In aanvulling op en in afwijking van artikel 14.2.2 voldoen aanlegsteigers aan de volgende kenmerken:
steigers ter plaatse van de aanduiding woonschepenligplaats uitsluitend toegestaan tussen het woonschip en de oever;
de steiger dient evenwijdig aan de oever te worden gebouwd;
de breedte maximaal 6 m bedraagt;
de diepte maximaal 1,2 m bedraagt;
de bouwhoogte de hoogte van het streefpeil niet overschrijdt, met een maximum van 0,45 m boven de waterlijn;
steigers ter plaatse van de aanduiding woonschepenligplaats mogen niet voorbij het woonschip uitsteken;
steigers mogen de ecologische waarde van de ecologische verbindingszone niet aantasten.
14.2.4 aanduiding aanlegsteiger
In afwijking van het bepaalde in artikel 14.2.3 voldoen aanlegsteigers ter plaatse van de aanduiding aanlegsteiger aan de volgende kenmerken:
maximale oppervlakte 40 m²;
de steiger dient evenwijdig aan de oever te worden gebouwd;
de bouwhoogte de hoogte van het streefpeil niet overschrijdt, met een maximum van 1,5 m boven de waterlijn.
14.2.5 meerpalen
In afwijking van het bepaalde in artikel 14.2.2 dienen meerpalen te voldoen aan de volgende kenmerken:
maximaal twee meerpalen;
maximale doorsnede per meerpaal 0,20 m;
maximale bouwhoogte 1 m;
situering maximaal 4,2 m uit de oever.
14.3 ontheffing van de bouwregels
14.3.1 ontheffing landschappelijke situering en cultuurhistorische waarden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 14.1.2 indien er sprake is van een verbetering van de landschappelijke situering en de cultuurhistorische waarden behouden blijven.
14.3.2 ontheffing meerpalen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen voor het realiseren van maximaal 4 meerpalen per woonschip en/of een grotere doorsnede per meerpaal tot maximaal 0,5 m.
14.4 specifieke gebruiksregels
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van boatsavers en/of de verkoop van motorbrandstoffen. |