Artikel 23 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 24 Algemene bouwregels
1. Voor het bouwen gelden de aangegeven aanduidingen en het bepaalde in deze regels.
2. Voor de ten hoogste toelaatbare bouwhoogte van gebouwen dienen - onverminderd hetgeen in lid 5 of hoofdstuk 2 van de regels is bepaald - de aangegeven bouwhoogten in acht te worden genomen.
3. De ten hoogste toelaatbare bouwhoogten mogen worden overschreden door antenne-installaties, mits deze voldoen aan het bepaalde in lid 5 en door schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen en andere ondergeschikte bouwdelen, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald. Voor zover is bepaald in lid 4 of de goothoogte is aangegeven, mag de ten hoogste toelaatbare goothoogte tevens worden overschreden door hellende dakvlakken, topgevels en dakkapellen.
4. Voor zover noch aangegeven noch in de regels regels zijn opgenomen ten aanzien van de afdekking van gebouwen, mogen de gebouwen zowel met een kap als plat worden afgedekt. Voor zover een platte afdekking wordt toegepast, geeft de ten hoogste toelaatbare aangegeven goothoogte de ten hoogste toelaatbare hoogte van het boeibord van het platte dak aan.
5. Tenzij -door middel van het gelijkstellen van de goot- en bouwhoogte - is aangegeven dat plat moet worden afgedekt, mag van een gebouw waarvoor de maximum goothoogte is bepaald, geen deel uitsteken buiten de denkbeeldige vlakken die de gevels snijden ter hoogte van de maximum goothoogte en die terugvallen onder hoeken van 60° met de horizon, uitgezonderd schoorstenen, dakkapellen en antennemasten tot een maximum van 3 m. Voor bijgebouwen geldt dat de dakvorm van het bijgebouw gelijk dient te zijn aan de dakvorm van het hoofdgebouw.
6. De op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan bestaande afstand, hoogte-, breedte, diepte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die meer dan wel minder bedragen dan in het plan is voorgeschreven, mogen als ten hoogste respectievelijk ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
Artikel 25 Algemene gebruiksregels
1. Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen:
a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting;
b. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor zelfstandige bewoning;
c. het gebruik van een kapverdieping voor zelfstandige bewoning, indien de kap zich boven de tweede bouwlaag bevindt en uitgezonderd voor zover toegelaten in hoofdstuk 2.
2. Onder een gebruik, strijdig met het bestemmingsplan wordt niet verstaan het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van weekmarkten, jaarmarkten, evenementen, festiviteiten, manifestaties en horecaterrein, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift, vergunning, of ontheffing is verleend.
Artikel 26 Algemene ontheffingsregels
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd - tenzij op grond van hoofdstuk 2 ter zake reeds ontheffing kan worden verleend - ontheffing te verlenen van de regels in het plan voor:
a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
2. Ontheffing wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.