direct naar inhoud van Regels

Kern Hellouw

Status: Onherroepelijk
Idn: NL.IMRO.0304.BPhellouw-1305

Artikel 8 Sport

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Sport‘ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. sportvelden;

  2. aan sportvoorzieningen ondergeschikte detailhandel;

  3. aan sportvoorzieningen ondergeschikte horeca;

  4. aan sportvoorzieningen ondergeschikte dienstverlening;

  5. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  6. parkeervoorzieningen;

  7. groenvoorzieningen;

  8. speelvoorzieningen;

  9. nutsvoorzieningen;

  10. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

8.2 Bouwregels

 

8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van sportvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  1. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden gebouwd.

  2. De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven.

  3. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven.

  4. Het te bebouwen oppervlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (m2)' is aangegeven.

 

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  1. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.

  2. De bouwhoogte van tribunes mag niet meer bedragen dan 4 m.

  3. De bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.

  4. De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 20 m.

  5. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

 

8.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen voor het toevoegen van een bouwvlak, met dien verstande dat:

  1. de afstand van het bouwvlak tot een woonbestemming niet minder mag bedragen dan 50 m;

  2. de goothoogte van gebouwen binnen het bouwvlak niet meer mogen bedragen dan 5 m;

  3. de bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak niet meer mogen bedragen dan 8 m;

  4. het terrein niet op de provinciale weg mag worden ontsloten;

  5. er geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van het woon- en leefklimaat;

  6. er geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

  7. de wijziging geen nadelige invloed mag hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte in de omgeving mag veroorzaken.