Leesten | |
Status | onbekend |
IDN | NL.IMRO.0301.bp1100Leesten-vs01 |
Plantype | Bestem |
Plandatum |
artikel 25 Algemene aanduidingsregels
25.1 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied
25.1.1 Bestemmingsomschrijving
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
25.1.2 Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 25.1.2 voor het bouwen overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits:
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het bevoegd gezag is bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door de aanduiding 'Milieuzone – Grondwaterbeschermingsgebied ' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien als gevolg een besluit van de provincie Gelderland de drinkwaterwinning in het gebied wordt beëindigd waarmee de noodzaak voor een grondwaterbeschermingsgebied dien ten gevolge vervalt.
25.1 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied
25.1.1 Bestemmingsomschrijving
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
25.1.2 Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
- voor nieuwe bouwwerken geldt, dat in afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen alleen ten behoeve van deze bestemming mag worden gebouwd;
- nieuwe gebouwen mogen niet worden gebouwd;
- bouwhoogte van nieuwe bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder 25.1.2 voor het bouwen overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits:
- de afwijking niet leidt tot een groter risico op grondwaterverontreiniging;
- advies is verkregen van het waterleidingbedrijf.
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 25.1.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
- het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
- het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
- het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
- het gebruiken, storten en opslaan van meststoffen, bestrijdingsmiddelen, verontreinigde grond en/of schadelijke stoffen;
- het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
- werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
- Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 25.1.4 onder a mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen het risico op grondwaterverontreiniging toeneemt.
- Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 25.1.4 onder b wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van het waterleidingbedrijf.
- Geen omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 25.1.4 is nodig voor:
- werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
- werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
Het bevoegd gezag is bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door de aanduiding 'Milieuzone – Grondwaterbeschermingsgebied ' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien als gevolg een besluit van de provincie Gelderland de drinkwaterwinning in het gebied wordt beëindigd waarmee de noodzaak voor een grondwaterbeschermingsgebied dien ten gevolge vervalt.