gemeente: Wageningen   status: Ontwerp
plannaam: Rijnsteeg 8   datum: 23-11-2010
 

1 Inleidende regels

 

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

Plan

het bestemmingsplan Rijnsteeg 8 van de gemeente Wageningen;

Bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0289.0010rijnsteeg8-ont1 met bijbehorende regels en bijlagen;

De verbeelding

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;

Aanbouw

de toevoeging van afzonderlijke ruimten aan een woonhuis;

Aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

Aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

Aan huis gebonden beroep

het uitoefenen van een vrij beroep waaronder verstaan wordt: een aan de persoon gebonden medisch (arts, tandarts e.d.), paramedisch (fysiotherapie, pedicure e.d.) administratief (adviesbureau, accountant e.d.) en daarmee gelijk te stellen beroep, niet zijnde een bedrijfsmatige activiteit;

Afwijking van de bouwregels en/of van de gebruiksregels

een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

Bebouwing

één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

Bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

Bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

Bijgebouw

een gebouw, al dan niet vrijstaand, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en dat qua afmetingen en functie ondergeschikt is aan dat (hoofd)gebouw;

Bijzondere woondoeleinden

doeleinden voor de huisvesting van meerdere huishoudens die voor een deel zelfstandig wonen en voor het overige gebruik maken van één of meerdere gezamenlijke voorzieningen zoals een gezamenlijke eetruimte, keuken en/of activiteitenruimte in een complex van ruimten. Bijzondere woondoeleinden kunnen voorkomen in combinatie met een bepaalde zorgfunctie;

Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

Bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

Bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

Bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

Bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

Bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

Eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond c.q. de laag op de onderbouw;

Escortbedrijf

de natuurlijke persoon of groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;

Gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

Hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt. Tot het hoofdgebouw worden tevens aan- en uitbouwen gerekend;

Nutsvoorziening

een voorziening, uitsluitend of in hoofdzaak gericht op:

      1. de levering van elektriciteit, gas, water en warmte;

      2. de verzorging van telecommunicatie;

      3. de afvoer en verwerking van afvalstoffen;

Omgevingsvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Overkapping

een bouwwerk, dat strekt tot vergroting van het woongenot en dat maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;

Peil

het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte bouwterrein;

Prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

Seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichtingen wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

Uitbouw

de vergroting van een bestaande ruimte van een woonhuis;

Uitstalling

een verplaatsbare voorziening, zoals een (markt)kraam, een wagen of een tafel, voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel aanbieden van diensten;

Woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

Wooneenheid

      1. een woning in een woonhuis zoals bedoeld in het begrip Woonhuis onder a;

      2. een woonhuis zoals bedoeld in het begrip Woonhuis onder b;

Woonhuis

een gebouw, dat:

      1. twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden, dan wel;

      2. meerdere huishoudens omvat, uitsluitend ten behoeve van bijzondere woondoeleinden.

Artikel 2 Wijze van meten

 

2.1 Algemeen

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

De dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

De inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

De bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

De oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde (ten aanzien van de plaatsing van gebouwen) ten aanzien van het bouwen (binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken) worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.