7. Economische uitvoerbaarheid
Voorliggend bestemmingsplan heeft voor een groot deel een beheersfunctie en daarmee een conserverend karakter. Dit betekent dat ter plaatse de bestaande ruimtelijke en functionele situatie is vastgelegd en wordt behouden. Grootschalige ontwikkelingen ter plaatse zijn niet toegestaan. De kosten die met uitvoering van dit conserverend deel zijn gemoeid, hebben enkel betrekking op plankosten. Hiervoor staan fondsen uit de algemene middelen ter beschikking. De economische uitvoerbaarheid van het conserverend deel wordt hiermee geacht voldoende te zijn aangetoond.
In onderhavig bestemmingsplan zijn daarnaast enkele ontwikkelingslocaties opgenomen. De Wet ruimtelijke ordening verplicht tot het vaststellen van een exploitatieplan als sprake is van de realisatie van een bouwplan, zoals benoemd in het Besluit ruimtelijke ordening, tenzij het kostenverhaal anderszins verzekerd is. In dit kader streeft de gemeente ernaar voor de diverse ontwikkelingslocaties anterieure overeenkomsten af te sluiten. Met deze overeenkomsten worden financiële afspraken zodanig vastgelegd, dat het verhaal van kosten anderszins is verzekerd. Een globale exploitatieopzet moet aantonen dat opbrengsten van het plan kostendekkend zijn. Op het moment dat een overeenkomst gesloten wordt, vervalt de noodzaak tot het vaststellen van een exploitatieplan. Mocht de gemeente desondanks met de ontwikkelende partij niet tot overeenstemming over een anterieure overeenkomst kunnen komen, dan zal zij terugvallen op het exploitatieplan. De grotere ontwikkelingen in het plangebied, dus ontwikkelingen waarbij sprake zou kunnen zijn van kostenverhaal, worden met dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt via een wijzigingsbevoegdheid. In het kader van dat nog nader op te stellen wijzigingsplan zal het kostenverhaal worden geregeld, ofwel via een overeenkomst, ofwel via een exploitatieplan.
De economische uitvoerbaarheid is hiermee aangetoond.