5.3 Water
5.3.1 Rijksbeleid
5.3.1.1 Nationaal Waterplan
In december 2009 is het Nationaal Waterplan vastgesteld. Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie.
Het Nationaal Waterplan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2009 - 2015 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen.
Het plangebied Tiel West ligt in het gebied ‘Rivierengebied’. Het Rijk streeft ernaar rivieren te verruimen. Hiertoe worden de pkb Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken voortvarend uitgevoerd. Toekomstige afspraken worden gemaakt in het licht van de overstromingsrisicorichtlijn. Buitendijks en eventueel binnendijks dienen gronden te worden gereserveerd. In samenwerking met alle betrokken overheden wordt een langetermijnopgave voor buitendijkse gronden langs de rivieren geformuleerd. Hierbij wordt rekening gehouden met veiligheid, waterkwaliteit, natuur, ruimtelijke kwaliteit en (regionale) ruimtelijke ontwikkelingen ten behoeve van een afgewogen inzet, beheer en benutting van het rivierbed. Vooralsnog heeft dit geen gevolgen voor het bestemmingsplan.
5.3.2 Provinciaal beleid
5.3.2.1 Waterplan Gelderland
Het Waterplan Gelderland 2010-2015 is de opvolger van het derde waterhuishoudingsplan Gelderland (WHP3). Het Waterplan krijgt op basis van de nieuwe Waterwet de status van structuurvisie. In het waterplan is beschreven welke instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening de provincie wil inzetten voor de realisatie van specifieke waterdoelen.
Het beleid uit WHP3 wordt grotendeels voortgezet in het waterplan. In het waterplan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaan uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, zijn specifieke doelen geformuleerd. In het waterplan heeft het plangebied grotendeels de functie ‘stedelijk gebied’.
Zowel in nieuw als in bestaand stedelijk gebied streeft de provincie naar een duurzaam watersysteem. Nadelige effecten op de waterhuishouding moeten in beginsel voorkomen worden. Hierbij wordt het water in de stad met het omringende watersysteem als één geheel beschouwd. De inrichting en het beheer van het waterhuishoudkundige systeem zijn in stedelijk gebied gericht op:
-
het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van wateroverlast;
-
de ontwikkeling en het behoud van de natuur in het stedelijk gebied;
-
het voorkomen van zettingen;
-
het herbenutten van ontwateringswater voor drink- en industriewatervoorziening of voor herstel van verdroogde natuur;
-
het weren van de riolering van (diepe) drainage en instromend grond- en oppervlaktewater;
-
het beperken van de vuilbelasting door riooloverstorten en hemelwateruitlaten;
-
het beperken van de invloed van bronbemaling;
-
het realiseren van de basiskwaliteit voor oppervlaktewater.
5.3.3 Regionaal beleid
5.3.3.1 Waterbeheerplan 2010-2015
Het Waterbeheerplan 2010-2015 heeft een integraal en strategisch karakter. De koers voor de komende zes jaren wordt in het plan vastgelegd. De opgaven waar het waterschap voor staat zijn groot. Het waterschap wil het beheergebied in 2015 klimaatbestendig hebben op basis van de huidige klimaatscenario’s. De primaire waterkeringen zijn dan op orde (dat wil zeggen dat deze voldoen aan de dan geldende normen) en het bergend vermogen van watersysteem van het landelijk gebied is zodanig vergroot, dat slechts bij zeer uitzonderlijke regenval, wateroverlast optreedt. Daarnaast stelt het waterschap zich tot doel om in 2027 de KRW-doelstellingen voor de waterkwaliteit worden gehaald. Hiervoor is het nodig in de periode 2010 tot en met 2015 een groot aantal maatregelen te treffen om vooral de ecologische waterkwaliteit te verbeteren.
Ook het stedelijk gebied zal klimaatbestendig moeten worden gemaakt. Samen met de gemeenten gaat het waterschap in de planperiode verder op de ingeslagen weg om het waterbergend vermogen van stedelijk water te vergroten en de waterkwaliteit te verbeteren. Daarnaast geeft het waterschap met de gemeenten verder vorm aan de samenwerking in de afvalwaterketen. Tenslotte wil het waterschap de watercondities voor de natte natuur, zoals Natura-2000 gebieden en verdroogde gebieden, verbeteren en de waterkwaliteit in wateren met aquatische natuurwaarden beschermen en waar mogelijk verbeteren. Het waterschap vindt het belangrijk dat het Waterbeheerplan niet alleen betrekking heeft op de ontwikkeling van nieuwe waterpartijen en waterkeringen, maar dat het ook gaat over de wijze waarop het beheer en onderhoud plaatsvindt. Bijvoorbeeld over peilbeheer, natuurvriendelijk onderhoud en energiebewust beheer. Het Waterbeheerplan heeft geen directe gevolgen voor onderhavig bestemmingsplan.
5.3.4 Gemeentelijk beleid
5.3.4.1 Integraal Waterplan Tiel
Het Integraal Waterplan Tiel (december 2004) is een gezamenlijk beleidsplan van de gemeente en het Waterschap Rivierenland. Het waterplan vervult een paraplufunctie voor alle wateraspecten en de daaraan gerelateerde beleidsvelden. Het doel van het waterplan is 'het realiseren van een gezond en veerkrachtig watersysteem in de stad met het oog op een aantrekkelijke gezonde leefomgeving. Dit uiteraard binnen de ontwikkelingsmogelijkheden van een duurzaam watersysteem en een duurzame waterketen en overige aanpalende beleidsterreinen.
Voor het plangebied zijn de volgende maatregelen / aandachtspunten van belang:
-
Ten Zuiden van de Provinciale Weg is een uitbreiding van de watergang gepland. Hier wordt een waterpark aangelegd.
-
De oevers van de watergangen ten noorden van de Nieuwe Tielseweg wordt natuurvriendelijker ingericht.
-
De duiker langs de Nieuwe Tielseweg wordt vervangen door een watergang, die aan de noord- of aan de zuidzijde (of beide) van de weg komt.
-
Tussen de Kleine Plantage, Nieuwe Tielseweg, Provinciale Weg en het Inundatiekanaal liggen meerdere gebieden met een afkoppeldoelstelling (totale afkoppeldoelstelling Tiel West: 5%).
5.3.4.2 Waterstructuurplan Tiel
Het Integraal Waterplan Tiel heeft zich in eerste instantie vooral gericht op waterkwaliteitsknelpunten. Vanuit landelijke wetgeving en beleid is ook het in beeld brengen van de kwantitatieve knelpunten, de wateropgave, van belang. In het Integraal Waterplan Tiel is afgesproken een Waterstructuurplan op te stellen, om de kwantitatieve wateropgave en oplossingsrichtingen in beeld te brengen. Het Waterstructuurplan Tiel (2009) geeft de wateropgave per afwateringsgebied weer en geeft een visie en een eerste set maatregelen om de wateropgave in te vullen.
Voor het plangebied zijn de volgende maatregelen / aandachtspunten van belang:
-
Het gebied rond de Schaarsdijkweg kan ingezet worden als waterbergingslocatie en mogelijk als calamiteitenberging (inzet gedurende extreem natte periodes).
-
Het nieuw in te richten stationsgebied is aangewezen om naast de bestaande waterbergingsopgave, extra waterberging te realiseren in de vorm van open water.
5.3.4.3 Wateropgave Tiel Oost; Tiel Oost, droger en mooier
De hoge grondwaterstand en het overbelaste riool in Tiel Oost geven problemen. Deze problemen worden zonder ingrijpen groter, door onder andere klimaatverandering. Er zijn drie opgaven: verminderen van de overlast van grondwater, realiseren van meer waterberging en het laten afnemen van de overbelasting van het riool door afkoppeling. Voor onderhavig plangebied is met name de verbreding van de Doode Linge en de realisatie van een waterplein ten oosten daarvan relevant. Een waterplein staat bij een harde regenbui onder water.
5.3.5 situatie plangebied
In voorliggend bestemmingsplan zijn de A- watergangen bestemd als “Water”. De dijken zijn voorzien van de dubbelbestemming “Waterstaat – Waterkering”.
De gemeente maakt nog nadere afspraken over de uitwerking van de watergerelateerde aspecten bij de diverse ontwikkelingslocaties in het gebied.