3.2 Provinciaal beleid
3.2.1 Streekplan Gelderland 2005
Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland tot 2015 is vastgelegd in het streekplan Gelderland 2005. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Dat betekent dat de inhoud van het streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening.
Het provinciaal ruimtelijk beleid gaat uit van een tweeledige provinciale hoofdstructuur, waarbij Gelderland enerzijds ‘hoog dynamische’ functies met een intensieve vorm van ruimtegebruik kent, zoals stedelijke functies en intensieve vormen van recreatie/leisure. Dit deel van de provinciale ruimtelijke hoofdstructuur wordt in de beleidskaart met overwegend ‘rode’ tinten aangeduid: het rode raamwerk. Anderzijds kent de provincie ‘laag dynamische’ functies. Deze gebieden zijn kwetsbaar voor intensieve vormen van ruimte gebruik, zoals de ecologische hoofdstructuur (EHS), waardevolle open gebieden en ruimte voor water moet worden gecreëerd. Het provinciaal planologisch beleid is er op gericht deze gebieden te vrijwaren van intensieve gebruiksvormen en wordt ook het groenblauwe raamwerk genoemd.
Tiel is gelegen in het bebouwde gebied van het rode raamwerk als zijnde een regionaal centrum. In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen ‘bestaand bebouwd gebied’ en ‘stedelijke uitbreiding’. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor zijn nodig:
-
een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte door
fysieke aanpassingen; -
het oplossen en voorkomen van milieuproblemen en -knelpunten door een duurzame planontwikkeling;
-
door kwalitatief woonbeleid bevorderen dat woonmilieus en de kwaliteit van de
woningen aansluiten op de vraag van de inwoners van Gelderland; -
intensivering van het stedelijk grondgebruik, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldig omgaan met open ruimten daarbinnen;
-
optimalisering van het gebruik van het bestaand bebouwd gebied: meer gebruik van de verticale dimensie (hoogte, diepte) en van de tijdsdimensie (meervoudig gebruik van dezelfde gebouwde ruimte).
De provincie acht het bovendien van belang dat bij uitbreiding of herstructurering / transformatie van stedelijk gebied voldoende ruimte wordt gereserveerd voor voorzieningen, speelruimte en ontmoetingsmogelijkheden.
Het Gelders kwalitatief woonbeleid richt zich zowel op bestaand bebouwd gebied (herstructurering, transformatie) als op nieuw stedelijk gebied (uitbreiding). Een belangrijk ruimtelijk beleidsaccent is het aanbod aan woningen en woonmilieus dat beter moet aansluiten bij de voorkeuren van bewoners. Om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en van de woonmilieus ‘centrumstedelijk’ en ‘landelijk wonen’. Voorts wil de provincie een versnelling bevorderen van de herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied, het aanpakken van de stagnerende (nieuwbouw)productie, het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en wijken en het versterken van verscheidenheid en identiteit.
In het streekplan is regiospecifiek beleid weergegeven voor de regio Rivierenland, waar de gemeente Tiel onder valt. De regionale centrumfunctie van Tiel dient te worden voortgezet en versterkt. Tiel zal zich meer profileren als een krachtige en aantrekkelijke stad. Deze centrumfunctie houdt onder meer in dat voorzieningen en werkgelegenheid zijn geconcentreerd in Tiel en dat de stad een opvangtaak heeft voor regionaal woningzoekenden. Teneinde invulling te geven aan de centrumfunctie staat de stad voor een aantal omvangrijke ruimtelijke investeringen. Het accent dient hierbij meer en meer te liggen op herstructurering van bestaand stedelijk gebied.
3.2.2 Verwerking in het bestemmingsplan
Onderhavig bestemmingsplan heeft voor een groot deel van het plangebied een beheersfunctie en daarmee een conserverend karakter. Dit betekent dat ter plaatse de bestaande ruimtelijke en functionele situatie is vastgelegd en wordt behouden. Ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Het provinciaal beleid heeft dan ook geen directe invloed op dit conserverende deel van voorliggend bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan biedt echter ook de mogelijkheid om enkele plannen en projecten uit de gebiedsvisie Tiel-West te realiseren, zoals beschreven in paragraaf 4.2 van voorliggende toelichting. De voorziene ontwikkelingen hebben, met uitzondering van de voorziene ontwikkeling van sportvoorzieningen in het gebied tussen de Provinciale weg, de Schaarsdijkweg en het spoor, allemaal betrekking op vernieuwing van bestaand bebouwd gebied. Met de binnenstedelijke ontwikkelingen wordt een bijdrage geleverd aan een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte. Het betreft met name de ontwikkelingen die tot gevolg hebben dat hinderveroorzakende bedrijvigheid wordt vervangen door een woonfunctie met bijbehorende (maatschappelijke) voorzieningen. De woonfunctie zal daarbij worden afgestemd op de aanwezige woonbehoefte. Het ontwikkelingsgerichte deel van het bestemmingsplan is hiermee in lijn met het provinciaal beleid. De ontwikkelingslocatie van sportvoorzieningen nabij het spoor is op basis van het provinciaal beleid voorzien van de functie ‘multifunctioneel gebied’, waarbij eveneens een ‘zoekzone wonen, lage dichtheid’ is toegekend. Met deze zoekzone is een ruimtelijke reservering gemaakt voor de behoefte aan stedelijke functies, waaronder ook sportvelden en sportaccommodaties. Ook deze ontwikkelingslocatie is hiermee in lijn met provinciaal beleid.
Voor de meeste ontwikkelingen moet overigens, ten behoeve van de daadwerkelijke realisatie, te zijner tijd een wijzigingsplan worden opgesteld. Het vigerend provinciaal beleid biedt het kader voor de voorziene ontwikkelingen. Desondanks zal in het betreffende wijzigingsplan de afweging ten aanzien van het dan actuele en geldende provinciaal beleid nogmaals specifiek voor die ontwikkeling worden gemaakt.