Artikel 24 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 25 Algemene gebruiksregels
Als een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval beschouwd gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutie en/of prostitutiebedrijven tenzij dit gebruik middels deze regels is toegestaan.
Artikel 26 Algemene ontheffingsregel
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:
-
de in de planregels of op de plankaart aangegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
-
de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m;
-
het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:
a. de oppervlakte van de verhoging niet meer dan 25% van de oppervlakte van het gebouw bedraagt;
b. de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt met een maximum van 4 m.
Artikel 27 Procedureregels bij ontheffing
Bij het verlenen van ontheffing nemen Burgemeester en wethouders de volgende regels in acht:
-
het voornemen ontheffing te verlenen ligt met de daarop betrekking hebbende stukken gedurende 2 weken ter inzage;
-
burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend;
-
de kennisgeving houdt de mededeling in van de bevoegdheid voor een ieder om binnen twee weken zienswijzen tegen het ontwerp-besluit naar voren te brengen;
-
burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijze naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Artikel 28 Algemene wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, om het plan te wijzigen voor wat betreft:
-
de gronden gelegen binnen het op de plankaart met 'Wro-zone-wijzigingsgebied 1' aangegeven gebied, ten behoeve van:
-
groen en water;
-
horeca in de categorieën 1, 2 en 4;
-
maximaal één horecavestiging in categorie 3;
-
een parkeergarage;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Cultuur en ontspanning' als bedoeld in artikel 10;
-
het wijzigen naar de bestemming ‘Maatschappelijk’ als bedoeld in artikel 14;
-
het wijzigen naar de bestemming ‘Verkeer’ als bedoeld in artikel 16;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Wonen' als bedoeld in artikel 19, met dien verstande, dat het aantal woningen in het wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 150;
-
een grotere bouwhoogte tot maximaal 25 m,
-
de gronden gelegen binnen het op de plankaart met 'Wro-zone-wijzigingsgebied 2' aangegeven gebied, ten behoeve van:
-
groen en water;
-
horeca in de categorieën 1 en 2;
-
detailhandel;
-
een parkeergarage;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Gemengd – 1' als bedoeld in artikel 11, met dien verstande, dat het gezamenlijke aantal woningen in het wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 120;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Tuin' als bedoeld in artikel 15;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Verkeer' als bedoeld in artikel 16;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Wonen' als bedoeld in artikel 19, met dien verstande, dat het gezamenlijke aantal woningen in het wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 120;
-
een grotere bouwhoogte tot maximaal 25 m;
c. de gronden gelegen binnen het op de plankaart met 'Wro-zone-wijzigingsgebied 3' aangegeven gebied, ten behoeve van:
-
groen en water;
-
een museum;
-
horeca in de categorieën 1, 2 en 4;
-
een parkeergarage;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Centrum – 1' als bedoeld in artikel 6, met dien verstande, dat het gezamenlijke aantal woningen in het wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 200;
-
het wijzigen naar de bestemming ‘Verkeer’ als bedoeld in artikel 16;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Wonen' als bedoeld in artikel 19, met dien verstande, dat het gezamenlijke aantal woningen in het wijzigingsgebied niet meer mag bedragen dan 200;
-
een grotere bouwhoogte tot maximaal 25 m;
d. de gronden gelegen binnen het op de plankaart met 'Wro-zone-wijzigingsgebied 4' aangegeven gebied, ten behoeve van het verplaatsen en vergroten van de functie horeca in de categorieën 1 en 2;
e. de gronden gelegen binnen het op de plankaart met 'Wro-zone-wijzigingsgebied 5' aangegeven gebied, ten behoeve van:
-
groen en water;
-
horeca in de categorieën 1 en 2, met dien verstande, dat het aantal vestigingen niet meer dan 1 mag bedragen;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Tuin' als bedoeld in artikel 15;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Verkeer' als bedoeld in artikel 16;
-
het wijzigen naar de bestemming 'Wonen' als bedoeld in artikel 19, met dien verstande, dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan 40;
-
een hogere goothoogte en bouwhoogte tot respectievelijk 12 en 15 m.
f. Aan de wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toepassing gegeven onder de volgende voorwaarden:
-
voorafgaand aan de wijziging zal uit onderzoek moeten zijn gebleken dat tegen de wijziging vanuit archeologisch of milieutechnisch oogpunt geen bezwaar bestaat;
-
voldaan dient te worden aan het bepaalde in de Wet Geluidhinder, voor wat betreft nieuwe woningen;
-
voldaan dient te worden aan het bepaalde in de Flora- en faunawet en de Vogel- en Habitatrichtlijnen, alsmede aan het bepaalde in de Natuurbeschermingswet;
-
er dient een watertoets te zijn verricht, in welk kader de waterbeheerder wordt gehoord;
-
ten aanzien van Wro-zone-wijzigingsgebieden 3 en 4 dient, voor zover wijziging betrekking heeft op buitendijks gelegen gronden, vooraf een verklaring van geen bezwaar van de waterbeheerder te zijn ontvangen;
-
geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van:
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
de samenhang van het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid.
Artikel 29 Algemene wijzigingsregels
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het bestemmingsplan op grond van artikel 3.6 van de Wro is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.