19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wonen;
-
de uitoefening van aan-huis-verbonden-beroep;
-
bed&breakfast, met een maximum van 2 kamers en 5 bedden per woning;
-
voor zover gronden met de bestemming 'Wonen', zijn voorzien van één (of meerdere) bijzondere aanduiding(en) dan zijn zij, uitsluitend op de begane grond, naast de doeleinden als genoemd onder a., b. en c., tevens bestemd voor:
aanduiding |
toegestane functie |
(gz) |
gezondheidszorg |
(k) |
kantoor |
(re) |
religie |
(s) |
sport |
met de daarbij behorende:
-
tuinen en erven;
-
paden;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
-
waterhuishoudkundige doeleinden.
Ten behoeve van de doelen ‘uitoefening van aan-huis-verbonden-beroep’ en ‘bed&breakfast’ mag een gezamenlijke vloeroppervlakte van niet meer dan 30% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen worden gebruikt, zulks met een absoluut maximum van 50 m².
19.2 Bouwregels
19.2.1 Voor het bouwen van gebouwen gelden de aanduidingen op de plankaart en de volgende regels:
a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woningen worden gebouwd;
b. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een op de plankaart aangewezen bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande, dat, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – balkon’, de bouwgrens mag worden overschreden ten behoeve van balkons;
c. de afstand van een woning tot een zijdelingse perceelsgrens is bij woningen aan de niet aangebouwde zijde minimaal 3 m;
tenzij:
1.de bestaande afstand minder is, of;
2.op het bouwperceel een zijdelingse grens van het bouwvlak is aangewezen.
19.2.2 Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd;
b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw mag niet meer dan 50 m² bedragen, met inachtneming van de volgende regels.
1. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer dan 50% van de oppervlakte van het hoofdgebouw bedragen;
2. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer dan 50% van de oppervlakte van de achter het bouwvlak gelegen gronden binnen het bouwperceel bedragen;
c. in afwijking van het bepaalde onder b mogen de gronden, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – bijgebouw’, volledig worden bebouwd ten behoeve van bijgebouwen;
d. de goothoogte van een aan- en uitbouw mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw;
e. de goothoogte van een bijgebouw en een overkapping mag niet meer dan 3 m bedragen;
f. de dakhelling van een aan- en uitbouw, een bijgebouw en een overkapping mag niet meer dan de dakhelling van het hoofdgebouw bedragen;
g. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw, een bijgebouw en een overkapping mag niet meer dan 2 m boven de maximaal toegestane goothoogte bedragen.
19.2.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
b. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen;
c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
19.3 Ontheffing
19.3.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 19.1. ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf. Deze ontheffing is slechts toelaatbaar indien voldaan wordt aan de navolgende voorwaarden:
a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
b. de activiteit geen onevenredige hinder voor het woonmilieu zal opleveren en geen onevenredige afbreuk zal doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent dat de activiteit niet vergunningplichtig is in het kader van de Wet milieubeheer en valt onder categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
c. degene die de activiteit in de woning of het bijgebouw uitvoert, dient tevens bewoner van de woning te zijn;
d. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer;
e. er dient bij voorkeur voldoende parkeergelegenheid op eigen erf aanwezig te zijn. Indien dit niet het geval is, mag de parkeerdruk op de openbare ruimten niet onevenredig toenemen;
f. de activiteit en bedrijfsmatige opslag dient in de woning of bijgebouw (dus inpandig) plaats te vinden;
g. er geen horeca of detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop die in verband staat met de bedrijfsmatige activiteit of het verstrekken van logies en ontbijt;
h. de vloeroppervlakte die ten behoeve van de bedrijfsmatige activiteit, en de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep tezamen in gebruik is, mag niet meer bedragen dan 30% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen, zulks met een absoluut maximum van 50 m².