10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen – Woonwagencentrum’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
de aanleg en instandhouding van maximaal zeven standplaatsen voor woonwagens;
-
erven en tuinen;
-
wegen met bijbehorende bermen en voetpaden;
-
parkeervoorzieningen;
-
overige voor woonwagenbewoning noodzakelijke voorzieningen en de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en andere werken.
Voorzieningen ten behoeve van de uitoefening van handel en bedrijf zijn niet toegestaan.
10.2 Bouwregels
-
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de in lid 10.1 genoemde doeleinden.
-
Voor het bouwen van woonwagens gelden de volgende regels:
-
op een standplaats mag 1 woonwagen worden geplaatst;
-
de breedte mag niet meer bedragen dan 7,5 m;
-
de diepte mag niet meer bedragen dan 16 m;
-
de goothoogte mag niet meer bedragen dan 2,7 m, gemeten vanaf de bovenkant van de vloer;
-
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,95 m, gemeten vanaf de bovenkant van de vloer;
-
de ruimte tussen de vloer van de woonwagen en het maaiveld mag niet meer dan 0,7 m bedragen;
-
het aantal bouwlagen van een woonwagen mag niet meer bedragen dan 1;
-
onder een woonwagen mag geen kelder worden gebouwd;
-
tussen de woonwagen dient een bebouwingsvrije ruimte te zijn van tenminste 1,5 m.
-
-
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
-
per woonwagen mag 1 bijgebouw worden gebouwd;
-
de oppervlakte mag niet meer dan 18 m2 bedragen;
-
de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer bedragen dan 6 m;
-
de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1,25 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
-
-
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van wegen, voetpaden en parkeervoorzieningen gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer bedragen dan 8 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2,5 m.
-
10.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaald in lid 10.2 ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor het verblijf van kleine dieren en/of het kweken of telen van gewassen per woonwagenstandplaats, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 8 m2;
-
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 1 m.