De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a wonen;
b aan-huis-verbonden beroepen;
c parkeerdoeleinden;
d tuinen, erven en verharding;
e een langzaamverkeersverbinding ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen - langzaamverkeer’.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a Ter plaatse van de aanduiding ‘aaneengebouwd’ dient de aangegeven bebouwingstypologie te worden aangehouden.
b Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
c Overschrijding van het bouwvlak is uitsluitend toegestaan indien dit uit verkeerskundig oogpunt niet onaanvaardbaar is, met ondergeschikte onderdelen van gebouwen, zoals erkers, luifels en balkons, met dien verstande dat:
1 de diepte niet meer mag
bedragen dan
2 de afstand tot de openbare
weg mag niet minder bedragen dan
3 de breedte van een erker niet meer mag bedragen dan 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw.
d De voorgevel moet worden
gesitueerd in de voorgevelrooilijn dan wel op een afstand van maximaal
e De breedte van hoofdgebouwen
mag niet meer bedragen dan
f De diepte van hoofdgebouwen
mag niet meer bedragen dan
g De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
h De bouwhoogte mag niet meer dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
b Aan- en uitbouwen en
bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste
c Achter de achtergevel van het
hoofdgebouw moet een aaneengesloten open ruimte aanwezig zijn van ten minste
d Het bebouwingspercentage van het gedeelte van de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw mag maximaal 50% bedragen.
e Het bebouwde oppervlak van de
aan- en uitbouwen en bijgebouwen op een bouwperceel mag maximaal
f De diepte van een uitbouw
aan de achtergevel mag maximaal
g De goothoogte mag niet meer bedragen
dan
h De bouwhoogte mag niet meer
bedragen dan
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
a Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd binnen en buiten het bouwvlak.
b De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer dan
c De bouwhoogte van overige bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen:
a van het bepaalde in 5.2.1
onder g voor het overschrijden van de maximaal toegestane goothoogte met niet
meer dan
Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
a De omvang van de activiteit
mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de
bebouwing tot een maximum van
b Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen toename van de parkeerdruk in de omgeving veroorzaken.
c Detailhandel mag alleen plaatsvinden ondergeschikt aan en in direct verband met het aan-huis-verbonden beroep.
d De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
e De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s).
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing
verlenen van het bepaalde in 5.4.1 onder a voor het gebruik van de woning voor
een aan-huis-verbonden beroep tot een oppervlakte van
maximaal
a de omvang van de activiteit niet meer dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing mag bedragen;
b het bepaalde in 5.4.1 onder b, c, d en e van overeenkomstige toepassing is.