1. EISEN EN REGELS
In dit exploitatieplan zijn eisen en regels opgenomen met betrekking tot de uitvoering van werken en werkzaamheden in het exploitatiegebied.
De eisen en regels hebben de vorm van voorschriften.
De eisen en regels zijn onderverdeeld in zeven artikelen:
●
Artikel 1: Begripsbepalingen
●
Artikel 2: Eisen en regels
met betrekking tot werken en werkzaamheden en de uitvoering ervan
●
Artikel 3: Regels met betrekking tot de fasering van
de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouw- plannen
●
Artikel 4: Regels met betrekking tot koppelingen tussen werken,
werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen
●
Artikel 5: Vervallen
●
Artikel 6: Verbodsbepalingen
●
Artikel 7: Regels met inachtneming waarvan kan worden afgeweken van de bij dit exploitatieplan aangegeven regels
In deze eisen en regels wordt verstaan onder:
a.
College: het college
van burgemeester en wethouders van de gemeente
Wierden;
b.
Raad: de gemeenteraad van de gemeente
Wierden;
c.
Fase 1: het gebied aangegeven met ‘Fase 1’ op Kaart
2 Begrenzing exploitatiegebied die is opgenomen als bijlage bij dit exploitatieplan;
d.
Fase Oost: het gebied aangegeven met ‘Fase Oost’ op Kaart
2 Begrenzing exploitatiegebied die is opgenomen als bij- lage
bij dit exploitatieplan;
e.
Fase West: het gebied aangegeven met ‘Fase West’ op Kaart
2 Begrenzing exploitatiegebied die is opgenomen als bijlage
bij dit exploitatieplan;
f.
Bestemmingsplan: het Bestemmingsplan Zenderink,
vastgesteld op 7 december 2010, of de rechtsopvolger van dit plan,
danwel uitwerkingen of (partiële) herzieningen van dit plan;
g.
Beeldkwaliteitsplan: het Beeldkwaliteitsplan Zenderink zoals dit is vastgesteld door de raad in oktober
2011;
h.
Kwaliteitshandboek Inrichting Het Zenderink: document
waarin staat aangegeven aan welke eisen en regels de werken en werkzaamheden binnen het
Exploitatiegebied dienen te voldoen (KIHZ), maakt als Bijlage onderdeel uit van
dit exploitatieplan;
i.
Werken en werkzaamheden: de werken en werkzaamheden, zoals bedoeld
in artikel 6.2.4. b t/m f Bro;
j.
Protocol Aanbesteding Zenderink (PAZ): het door het college
vast te stellen aanbestedingsbeleid;
k.
Exploitatieplan: Het geldende exploitatieplan
Zenderink bestaande uit een toelichting, regels, exploitatieopzet, exploitatiekaart en eventuele Bijlagen;
l.
Exploitatiegebied: het zodanig
op de Kaart 2 Begrenzing exploitatiegebied aangegeven gebied;
m.
Categorie A: gronden die de gemeente in eigendom moet
verwerven (zie Kaart 5 Grondverwerving door de gemeente) ;
n.
Categorie B: gronden
die de gemeente in eigendom
wil verwerven (zie Kaart 5 Grondverwerving door de gemeente) ;
o.
Categorie C: -vervallen; niet meer relevant door aankoop
in 2013-;
p.
Beschikbaar stellen: het verlenen van toestemming van
Exploitant aan het College voor het (laten) verrichten van de in artikel 6.13.2.b Wro bedoelde werken en
werkzaamheden, de aanleg van nutsvoorzieningen, en het inrichten van de openbare
ruimte, alsmede het verlenen van toestemming tot toevoeging aan het openbaar
gebied van die gronden die als zodanig bestemd zijn, en het
verlenen van toestemming tot het onderhouden van dit openbaar gebied door of namens het college, één en ander
vast te leggen in een overeenkomst tot het vestigen van een zakelijk recht;
q.
Exploitant: eigenaar van een (gedeelte van een)
perceel grond gelegen in het exploitatiegebied, die een overeenkomst inzake
grondexploitatie met de gemeente heeft gesloten danwel eigenaar van een perceel
grond gelegen in het exploitatiegebied, die een omgevingsvergunning aanvraagt die betrekking heeft op een bouwplan, zoals
bedoeld in art
6.12.1 Wro, binnen het exploitatiegebied. In aanvulling hierop kan door het college voor het sluiten van een Exploitatieovereenkomst of het verlenen van een omgevingsvergunning als Exploitant worden aangemerkt de rechtspersoon die een onherroepelijke overeenkomst tot het afnemen van gronden met een bovenbedoelde eigenaar heeft;
r.
Omgevingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 4.4 Omgevingswet;
s.
Voorgenomen grondgebruik: de bestemming die aan de
betreffende grond wordt toegedacht danwel die in het Be- stemmingsplan voor
de betreffende grond is vastgelegd.
Toepasselijkheid van eisen en regels voor werken en werkzaamheden en de uitvoering
2.1.1 Op de kwaliteit van de werken en werkzaamheden is het KIHZ van toepassing;
2.1.2 Werken en
werkzaamheden moeten worden aanbesteed overeenkomstig het Protocol Aanbesteding
Zenderink. In het geval dit niet is
of wordt vastgesteld dan worden werken en werkzaamheden aanbesteed
overeenkomstig het alge- meen en
vigerend Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Wierden zoals dit door het
college is vastgesteld op 1 mei 2018 (nota 18-09873);
2.1.3 De gemeente voert de werken
en werkzaamheden uit.
Fase Oost
3.1.1 Op de
uitvoering en fasering van werken en werkzaamheden, maatregelen en plannen in
Fase Oost is het KIHZ van toepassing.
3.1.2 De
uitvoering van werken en werkzaamheden, maatregelen en plannen in Fase Oost
vindt plaats overeenkomstig aan en ten dienste van het voorgenomen
grondgebruik.
3.1.3 Bij de verwerving ten
behoeve van Fase Oost wordt de volgende fasering aangehouden:
●
Categorie A: de gronden dienen uiterlijk binnen 6
weken na realisatie van de werken en werkzaamheden aan de gemeente te zijn
overgedragen. Het zakelijk recht dient uiterlijk binnen 6 weken na
onherroepelijk worden van de wijziging van het omgevingsplan of de verlening
van de omgevingsvergunning te zijn gevestigd. Indien
op deze datum het zakelijk recht niet
is gevestigd, kan het college overgaan tot het starten van een procedure tot
onteigening van de gronden;
●
Categorie B: het zakelijk recht dient uiterlijk binnen
6 weken na onherroepelijk worden van de wijziging van het omgevingsplan of de
verlening van de omgevingsvergunning te zijn gevestigd. Indien
op deze datum het zakelijk recht niet is gevestigd, kan het
college overgaan tot het starten
van een procedure tot onteigening van de gronden.
3.1.4 De uitvoering van werken
en werkzaamheden, maatregelen en plannen in Fase Oost mag niet eerder beginnen
dan:
●
het college daartoe schriftelijk toestemming heeft verleend;
●
het college
kan aan de schriftelijke toestemming een termijn koppelen waarbinnen de werken
en werkzaamheden moeten zijn
afgerond.
Fase West
3.2.1 Op de
uitvoering en fasering van werken en werkzaamheden, maatregelen en plannen in
Fase West is het KIHZ van toepassing.
3.2.2 De
uitvoering van werken en werkzaamheden, maatregelen en plannen in Fase Oost
vindt plaats overeenkomstig aan en ten dienste van het voorgenomen
grondgebruik.
3.2.3 Bij de verwerving ten
behoeve van Fase West wordt de volgende fasering aangehouden:
●
Categorie A: de gronden dienen uiterlijk binnen 6
weken na realisatie van de werken en werkzaamheden aan de gemeente te zijn
overgedragen. Het zakelijk recht dient uiterlijk binnen 6 weken na
onherroepelijk worden van de wijziging van het omgevingsplan of de verlening
van de omgevingsvergunning te zijn gevestigd. Indien
op deze datum het zakelijk recht niet
is gevestigd, kan het college overgaan tot het starten van een procedure tot
onteigening van de gronden;
●
Categorie B: het zakelijk recht dient uiterlijk binnen
6 weken na onherroepelijk worden van de wijziging van het omgevingsplan of de
verlening van de omgevingsvergunning te zijn gevestigd. Indien
op deze datum het zakelijk recht niet is gevestigd, kan het
college overgaan tot het starten
van een procedure tot onteigening van de gronden.
3.2.4 De
uitvoering van werken en werkzaamheden, maatregelen en plannen in Fase West mag
niet eerder plaatsvinden dan:
●
het college daartoe schriftelijk toestemming heeft verleend;
●
het college
kan aan de schriftelijke toestemming een termijn koppelen waarbinnen de werken
en werkzaamheden moeten zijn
afgerond.
Koppelingen
Op de uitvoering van werken en werkzaamheden zijn de volgende koppelingen van toepassing:
4.1 Fase Oost:
a.
Een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning
wordt niet eerder verleend dan nadat het betreffende per- ceel
is voorzien van de mogelijkheid tot aansluiting op de nutsvoorzieningen en riolering;
b.
Een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning
wordt niet eerder verleend dan dat aantoonbaar is gemaakt dat op het betreffende perceel wordt
voorzien in de aanleg en instandhouding van waterhuishoudkundige voorziening ten behoeve van waterberging met een
waterbergende capaciteit van 20 mm per m˛ toename van het verhard opper- vlak op
het betreffende perceel.
4.2 Fase West:
a.
Een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning
wordt niet eerder verleend dan nadat het betreffende per- ceel
is voorzien van de mogelijkheid tot aansluiting op de nutsvoorzieningen
en riolering.
b.
Een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning
wordt niet eerder verleend dan dat aantoonbaar is gemaakt dat op het betreffende perceel wordt
voorzien in de aanleg en instandhouding van waterhuishoudkundige voorziening ten behoeve van waterberging met een
waterbergende capaciteit van 20 mm per m˛ toename van het verhard opper- vlak op
het betreffende perceel.
Vervallen
Handelen in strijd met deze eisen en regels
6.1 Het is
verboden te (laten) handelen of handelingen uit te (laten) voeren in strijd met
of in afwijking van het Exploitatie- plan;
6.2 Het is
verboden werken en werkzaamheden uit te (laten) voeren in strijd met de
genoemde en uit te werken eisen in dit Exploitatieplan;
6.3 Het is
verboden werken en werkzaamheden uit te voeren totdat voor de betreffende
gronden een uitwerking is vastgesteld door de Raad;
6.4 Het is
verboden een omgevingsvergunning te verstrekken die vergunning geeft voor
activiteiten in strijd met of in afwijking van
het Exploitatieplan;
6.5 Het is
verboden te starten met de bouw waarvoor omgevingsvergunning is verleend, als
de Exploitatiebijdrage die is opgelegd in de
omgevingsvergunning nog niet is betaald.
Strafbaar feit
6.6 Een
overtreding van het verbod als bedoeld in artikelen 6.1 t/m 6.5 wordt
aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld
in de Wet economische
delicten.
Schadevergoeding
6.7 Het al dan
niet vervolgen door het openbaar ministerie op grond van de Wet economische
delicten laat de mogelijkheid voor
de gemeente om bij niet naleving van de regels en voorschriften uit dit
Exploitatieplan door een Exploitant alle schade die de gemeente
loopt in rekening te brengen bij die
exploitant via de daartoe geëigende rechtswegen, onverlet.
Ontheffing
7.1 Burgemeester
en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 2 t/m 6
als het voldoen aan de eisen en regels, genoemd in dit Exploitatieplan niet uitvoerbaar blijkt te zijn;
7.2 Burgemeester
en wethouders kunnen ontheffing verlenen van overige eisen, voorschriften en
verboden (eventueel onder oplegging
van aanvullende voorwaarden in overeenstemming met de in voorbereiding zijnde
of vastgestelde maar nog niet in
werking getreden herziening), als dit past binnen een in voorbereiding zijnde
herziening (vanaf het moment van de
ter inzage legging van de herziening) of van een
vastgestelde maar nog niet in werking getreden herziening van het Exploitatieplan;
7.3 Burgemeester
en wethouder kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 2.1.3, als
naar het oordeel van burgemeester
en wethouders uit het oogpunt van efficiency en het tijdig functioneren van
voorzieningen geen afbreuk wordt gedaan aan een integrale uitvoering en goed
gefaseerde en met andere werken
afgestemde fasering;
7.4 Burgemeester
en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 6, als
naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen afbreuk wordt gedaan aan
de goede werking van het Bestemmingsplan en het Exploitatieplan en mits
belangen van derden door de ontheffing niet worden geschaad;
7.5 Burgemeester
en wethouders kunnen met exploitant(en) een posterieure exploitatieovereenkomst
sluiten. In de posterieure exploitatieovereenkomst kunnen exploitant(en) en de
gemeente afspraken ter aanvulling, uitwerking en in afwijking op het gestelde van artikel 2 t/m 6, als
naar het oordeel van burgemeester en wethouders geen afbreuk wordt gedaan aan de goede werking van het Bestemmingsplan
en het Exploitatieplan en mits de belangen van derden door de posterieure overeenkomst niet worden geschaad. Deze
afspraken kunnen ook, maar niet uitsluitend, betrekking hebben op het mo- ment van betalen van de
exploitatiebijdrage als niet de gemeente maar exploitant(en) zorgdraagt voor de
realisatie van de werken en
werkzaamheden en over een eventueel gefaseerde uitvoering met het oog op een
herziening van het Bestemmingsplan;
7.6 Het
bepaalde in artikel 3 t/m 6 geldt niet voor het handelen en handelingen uit
(laten) voeren, het (laten) uitvoeren van werken
en werkzaamheden en/of het verstrekken van een omgevingsvergunning op gronden
die eigendom zijn van de gemeente Wierden.
In dit artikel wordt ingegaan op de eisen voor de werken en werkzaamheden voor de grondwerkzaamheden, het bouwrijp maken en het woonrijp maken van het exploitatiegebied (hierna ook kortweg te noemen: de werken en werkzaamheden) en regels omtrent het uitvoeren van de genoemde werken en werkzaamheden. Voor deze werken en werkzaamheden gel- den de eisen uit de KHIZ van de gemeente Wierden. Het KHIZ is als bijlage (Bijlage 6) bij dit exploitatieplan gevoegd.
In het kader van de grondwerkzaamheden dienen de volgende werkzaamheden uitgevoerd te worden:
●
opruimwerkzaamheden zoals het
verwijderen van verharding, hekwerken en groenvoorzieningen, zoals o.a.
struiken, bomen en boomstronken;
●
het egaliseren van de
gronden (ter plaatse van de uitgeefbare
kavels en openbaar gebied);
●
het graven van
wadi’s en het afvoeren van grond
●
het aanleggen
van duikers
●
ter plaatse van Fase Oost: het verleggen van kabels en leidingen
●
ter plaatse
van Fase Oost: het verwijderen en afvoeren van de wegverharding en riolering
van de Lage Eggeweg en 1e Lage Veldsweg in verband met de
herinrichting van deze wegen
●
ter plaatse van Fase West: het onder de grond brengen
van de bestaande waterloop
In het kader van het bouwrijp maken dienen op hoofdlijnen de volgende werkzaamheden uitgevoerd te worden:
●
het aanleggen van riolering met bijbehorende voorzieningen;
●
de verplaatsing/vernieuwing van het rioolgemaal in Fase Oost;
●
het aanleggen en aanpassen van nutsvoorzieningen;
●
het aanleggen van bouwwegen met bijbehorende voorzieningen zoals o.a. funderingen en kolken;
●
ter plaatse
van Fase West: de aanpassing van de rotonde aan de Hexelseweg ten behoeve van
de ontsluiting van het plangebied
In het kader van het woonrijp maken dienen op hoofdlijnen de volgende werkzaamheden uitgevoerd te worden:
●
het verwijderen van bouwwegen
en andere tijdelijke verhardingen;
●
ter plaatse
van de voormalige bouwwegen: het aanleggen van wegen, parkeerplaatsen,
fietspaden, trottoirs en andere (half)verhardingen
met bijbehorende voorzieningen, zoals onder andere afwatering, verkeersborden,
markeringen, verkeersregelinstallaties en aansluitingen op bestaande infrastructuur
en openbare ruimte;
●
ter plaatse van de 1e Lage Veldsweg en Lage Eggeweg:
het beperkt ophogen van de wegen
(ca. 10 tot 20 cm);
●
ter plaatse van Fase 1: het herstraten van (een deel van) Zenderink en West Kluinveenweg;
●
ter plaatse van Fase Oost: het herstraten van de Woestendijk
●
ter plaatse van Fase Oost: de aanleg van een eigen ontsluiting voor het perceel M 1317 via de Hexelseweg
●
het aanleggen
c.q. aanbrengen van openbare verlichting, brandkranen en straatmeubilair;
●
het aanleggen
van groenvoorzieningen (onder andere beplanting, bomen en inzaaien bermen) met
bijbehorende voorzieningen.
Het exploitatiegebied is onderverdeeld in drie fases. Fase 1 is, met uitzondering van twee kavels in het zuiden, reeds gerealiseerd. Over de ontwikkeling van de twee nog niet ontwikkelde kavels zijn op basis van het geldende exploitatieplan (Exploitatieplan Zenderink, 4e herziening 2017) posterieur afspraken gemaakt welke zijn vastgelegd in een overeenkomst. Fase Oost en Fase West worden separaat ontwikkeld. Uitgangspunt is dat Fase Oost eerder tot ontwikkeling komt dan West. In Fase Oost en Fase West zullen eisen worden gesteld aan het moment waarop de grondwerken en aanleg van de wegen en nutsvoorzieningen moet plaats vinden. Door deze eisen wordt zeker gesteld dat de realisatie overeenkomstig de planning van de gemeente wordt gerealiseerd. Zo niet, dan kan tot onteigening worden overgegaan. Ook aan het aanbrengen van de permanente wegverharding en de eindinrichting openbare ruimte worden voor Fase Oost en Fase West eisen ten aanzien van de fasering gesteld. Op deze manier wordt voorkomen dat toekomstige bewoners onaanvaardbaar lang in een niet volledig afgewerkt gebied moeten vertoeven. Aan het beschikbaar stellen van het “Beschikbaar te stellen gebied” zijn voor alle fasen eisen gesteld. Deze eisen worden gesteld om te waarborgen dat de betreffende gronden integraal bouwrijp kunnen worden gemaakt en dat de openbare ruimte integraal gerealiseerd kan worden. Op deze wijze ontstaat ook duidelijkheid over de bereidheid tot medewerking van exploitanten aan de realisatie van het plan op de voor exploitanten minst bezwarende manier en kan onteigening mogelijk voorkomen worden. Aan de afgifte van de Omgevingsvergunning is de voorwaarde gekoppeld dat de exploitatiebijdrage die verschuldigd is over de in exploitatie gebrachte gronden is betaald, voordat met de bouw gestart wordt. Hiermee wordt voorkomen dat de gemeente een incassorisico loopt.
In dit artikel is geregeld dat een omgevingsvergunning voor de bouw van een woning enkel wordt verleend indien op het betreffende perceel wordt voorzien in de aanleg en instandhouding van waterhuishoudkundige voorziening ten behoeve van waterberging met een waterbergende capaciteit van 20 mm per m˛ toename van het verhard oppervlak. Hiermee wordt aangesloten op de voorwaardelijke verplichting die is opgenomen in het vast te stellen bestemmingsplan ‘Zenderink, eerste herziening’.
Vervallen.
Geen toelichting voorzien.
Het exploitatieplan is bedoeld om kostenverhaal en realisatie overeenkomstig de gemeentelijke planning te waarborgen. Als gronden in eigendom zijn van de gemeente is daarmee dit belang afdoende verzekerd. Daarom zijn de regels in het exploitatieplan niet van toepassing op de gronden in eigendom van de gemeente.