direct naar inhoud van Artikel 27 Algemene afwijkingsregels
Plan: Bedrijventerrein De Eekte-Hazewinkel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP11011-va01

Artikel 27 Algemene afwijkingsregels

27.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
  • b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  • c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
  • d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 15 m;
  • e. de regels en de bouw toestaan van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een inhoud van ten hoogste 50 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 4 m ten dienste van het openbaar nut, zoals schakelhuisjes, wachthuisjes, transformatorhuisjes; gasdrukmeetstations en verkooppunten voor motorbrandstoffen uitgezonderd;
  • f. het bepaalde in de artikelen 5.1.1, 5.4 en 6.1.1 voor het toestaan van volumineuze detailhandel in de meubelbranche en/of bouwmarkten met daaraan ten dienste staande winkelondersteunende horeca, uitsluitend ter plaatse van gronden met de aanduiding 'wro-zone ontheffingsgebied 1';
  • g. het bepaalde in de artikelen 5.1.1, 5.4 en 6.1.1 voor het toestaan van zelfstandige kantoren, uitsluitend ter plaatse van gronden met de aanduiding 'wro-zone ontheffingsgebied 2'.
27.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.