direct naar inhoud van 4.6 Luchtkwaliteit
Plan: Stationspark Oldenzaal Centraal - deelgebied Stationsplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP06001-va01

4.6 Luchtkwaliteit

Wettelijk kader
Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Met de Wet luchtkwaliteit wordt de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen bedoeld. Door deze wijziging is onder meer het Besluit luchtkwaliteit 2005 komen te vervallen. Een belangrijk verschil van de nieuwe wet met het Besluit luchtkwaliteit 2005 is een flexibelere koppeling tussen ruimtelijke ontwikkelingen en luchtkwaliteit. Projecten die 'niet in betekende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreinigingen hoeven niet meer afzonderlijk getoetst te worden aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen (in de vorm van grenswaarden). Voor het plangebied is een hernieuwde luchtkwaliteitnotitie opgesteld uitgaande van de nieuwe wetgeving 14 (zie Bijlage 3).

'Niet in betekende mate' (NIBM)
In de regelgeving is alleen voor de componenten fijn stof (PM10) en NO2 een NIBM-grens opgenomen. Deze twee stoffen blijken in Nederland het meest kritisch te zijn. Voor alle andere stoffen uit bijlage 2 van de Wet milieubeheer (waaronder benzeen, zwaveldioxide, lood en koolmonoxide) is (nagenoeg) geen overschrijdingsrisico.

Een project is NIBM als aannemelijk is dat het project een toename van de concentratie van de componenten stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) veroorzaakt van maximaal 3% van de jaargemiddelde grenswaarden van fijn stof en NO2. Dit komt overeen met 1,2 µg/m3. De 3% grens is pas van toepassing vanaf het moment dat het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) definitief is vastgesteld. In de interim-periode tot aan vaststelling van het NSL wordt een NIBM-grens van 1% gehanteerd. Concreet betekent dit dat vooralsnog een concentratie geldt van 0,4 µg/m3 voor zowel fijn stof als NO2. Deze maximale bijdrage is van toepassing op de minst gunstige plaats (worst-place benadering).

Toetsing luchtkwaliteit
Herontwikkeling van het Stationsplein leidt tot de realisatie van circa 205 woningen en tot de realisatie van kantoren c.q. winkels met een totale vloeroppervlakte van 6.000 m2. Conform de Handreiking 'Niet in Betekenende Mate' bijdragen luchtkwaliteit kan voor deze categorie met behulp van de volgende formule bepaald worden of aan het 1% criterium wordt voldaan:
0,0004 x aantal woningen + 0,000006 x bruto vloeroppervlak kantoren in m2 < 0,4.

Bij hantering van deze formule dient er echter rekening gehouden te worden met het feit dat er bij de herontwikkeling ook winkels gerealiseerd zullen worden in plaats van alleen kantoren. Winkels vallen niet onder een categorie uit de Regeling NIBM. Derhalve dient op een andere wijze aannemelijk gemaakt te worden dat de herontwikkeling voldoet aan het 1% criterium.
'Worstcase' is aangenomen dat de helft van het totale vloeroppervlak van de kantoorlocaties en voorzieningen na herontwikkeling voorzieningen betreft en dus een winkelfunctie krijgt. Dit komt neer op een oppervlakte van circa 3.000 m2 winkeloppervlak. Deze 3.000 m2 zijn vervolgens omgerekend naar kantooroppervlak op basis van vergelijking van verkeerscijfers. De totale oppervlakte kantoren (rekening houdend met de winkels) na herontwikkeling bedraagt na omrekening 45.000 m2. Middels deze omrekening kan de formule uit de Handreiking 'Niet in Betekenende Mate' bijdragen luchtkwaliteit gehanteerd worden. Ingevuld in de formule uit de Handreiking 'Niet in Betekenende Mate' bijdragen luchtkwaliteit geeft dit: 0,0004 x 205 + 0,000006 x 45.000 = 0,352.

Eindconclusie
Aangezien de berekende toename van 0,352 lager is dan 0,4 blijkt hieruit dat wordt voldaan aan het 1% criterium. Op basis van bovengenoemde beschouwing kan dus worden geconcludeerd dat de herontwikkeling van het Stationsplein voldoet aan de Wet luchtkwaliteit.