Plan: | Stationspark Oldenzaal Centraal - deelgebied Stationsplein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0173.BP06001-va01 |
De bodemkwaliteit binnen het plangebied 'Stationsplein' is in kaart gebracht door het uitvoeren van een archiefonderzoek voor het grotere gebied Oldenzaal Centraal7 en een aanvullend archiefonderzoek voor het Stationsplein8 . In het gebied ten zuiden van de Haerstraat is in 2003 ook veld- en chemisch onderzoek uitgevoerd.
In nagenoeg het gehele plangebied worden in de bodem bijmengingen aan puin en kooltjes waargenomen tot een diepte van 1 á 2 meter beneden het maaiveld (m-mv). Deze bijmengingen zijn het gevolg van diverse antropogene handelingen (ophogingen, stedelijk gebied, stationsgebied, etc.). Aan deze bijmengingen worden de licht verhoogde gehalten aan PAK, minerale olie en zware metalen gerelateerd. Deze diffuse bodemkwaliteit vormt geen enkele belemmering voor de toekomstige bestemming, maar bij toekomstig grondverzet dient hier wel rekening mee te worden gehouden.
In en nabij het plangebied zijn in het verleden diverse saneringen uitgevoerd: ketelhuis en voormalige opslagtanks ten noordwesten van de watertoren (ziekenhuis), HBO-tank ten noordwesten van het voormalige belastingkantoor (Haerstraat 43), olietank ten zuiden van Haerstraat 1 en de olieverontreiniging ten westen van het stationsgebouw (Stationsstraat 14).
In het plangebied zijn twee gevallen van mogelijke ernstige bodemverontreiniging aanwezig met minerale olie ter plaatse van een voormalig benzinestation op de hoek van de Haerstraat en het Stationsplein (Stationsplein 2-4) en ter plaatse van de voormalige HBO-tank bij Huize Irene (Haerstraat 45). Bij de voormalige fietsenstalling en woning aan het Stationsplein is asbest waargenomen aan het maaiveld. Daarnaast is sprake van een verdacht deelgebied in het plangebied dat niet (recent) is onderzocht: het terrein van de voormalige KMAR kazerne aan de Prins Bernardstraat 4/Haerstraat 1 (inclusief voormalige chemicaliënopslag en mogelijke ondergrondse tank). Deze verontreinigde dan wel verdachte deelgebieden zijn gesitueerd ter plaatse van toekomstige herinrichting en nieuwbouw. Ten behoeve van het verkrijgen van een bouwvergunning dienen deze aandachtsgebieden nader onderzocht te worden en indien nodig dient een beschikking conform de Wet bodembescherming op het saneringsplan te zijn afgegeven door het bevoegd gezag. Geen van de verontreinigde dan wel verdachte deelgebieden vormen echter een potentiële belemmering voor de toekomstige herontwikkeling.
Voor de ontwikkeling van bouwblok A en de herinrichting van het stationsplein (o.a. verplaatsing busstation) zijn in 2006 en 2007 diverse asbest- en bodemonderzoeken uitgevoerd9. De resultaten van deze onderzoeken bevestigen - behoudens enkele uitzonderingen - het algemene beeld van de bodemkwaliteit welke reeds eerder in deze bodemparagraaf is geschetst: een diffuse verontreiniging met licht verhoogde gehalten aan PAK, minerale olie en zware metalen. De verontreinigingen zijn veelal gerelateerd aan de in de bodem aangetroffen bijmengingen aan puin, kolengruis en kooltjes. Ook is gebleken dat er geen of nauwelijks asbest is aangetroffen in de bodem.
Ter plaatse van het voormalige benzinestation zijn slechts licht verhoogde gehalten aan minerale olie gemeten. In het grondwater zijn geen verhoogde gehalten aan minerale olie en/of vluchtige aromaten aangetroffen. Geconcludeerd kan worden dat hier geen sprake meer is van een mogelijk geval van ernstige bodemverontreiniging.
Er zijn een paar uitzonderingen op het algemene beeld van de bodemkwaliteit. Gebleken is dat de toplaag (0-2 cm) van het perceel van de eerder genoemde voormalige fietsenstalling en woning verontreinigd is met asbest. Een oppervlakte van circa 1.000 -1.100 m2 is sterk verontreinigd. In de ondergrond (0,02-0,5 m-mv) zijn licht verhoogde gehalten aangetroffen. De gehalten liggen ruim beneden de gestelde interventiewaarde van 100 mg/kg d.s. Naast deze verontreiniging met asbest is op het zelfde perceel een sterke verontreiniging met PAK in de bovengrond aangetroffen. Beide verontreinigingen zijn inmiddels in opdracht van de perceel eigenaar functiegericht gesaneerd. In totaal is 357 m3 verontreinigde grond afgegraven en afgevoerd. De sanering is vastgelegd in een evaluatieverslag10 , deze is goedgekeurd door het bevoegd gezag Wet bodembescherming, de provincie Overijssel, bij beschikking van 30 mei 2007 met kenmerk 2007/0252005. Het perceel is nu geschikt voor de beoogde bestemming.