Plan: | Stationspark Oldenzaal Centraal - deelgebied Stationsplein |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0173.BP06001-va01 |
Omgevingsvisie provincie Overijssel (2009)
De opvolger van het Streekplan Overijssel 2000+, de Omgevingsvisie Overijssel, is op 1 juli 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. Leidende thema's voor de Omgevingsvisie zijn:
De definitie van duurzaamheid luidt: “duurzame ontwikkeling voorziet in de behoefte aan de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien”. Duurzaamheid vraagt om een transparante afweging van ecologische, economische en sociaal-culturele beleidsambities.
De definitie van ruimtelijke kwaliteit luidt: “de goede functie op de goede plek op de goede manier ingepast in de omgeving”. Ruimtelijke kwaliteit is het resultaat (bedoeld en onbedoeld) van menselijk handelen en natuurlijke processen. De provincie wil ruimtelijke kwaliteit realiseren door naast bescherming ook vooral in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen, de essentiële gebiedskenmerken zijn daarbij uitgangspunt.
De hoofdambitie van de omgevingsvisie is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden. Enkele belangrijke beleidskeuzes waarmee de provincie haar ambities willen realiseren zijn:
De opgaven, kansen, beleidsambities en ruimtelijke kwaliteitsambities voor de provincie zijn geschetst in ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving en stedelijke omgeving.
De provincie Overijssel heeft de ambitie om de kernkwaliteiten van binnensteden te versterken (monumenten, architectuur, water/groen, culturele voorzieningen, stationsgebieden). Goed ingerichte stationsgebieden zijn goed georganiseerde overstappunten en aanjagers van stedelijke dynamiek en aantrekkelijke binnensteden. Stationsomgevingen hebben vanuit sociaal-economisch perspectief en qua ruimtelijke kwaliteit grote potentie. De inrichting en het gebruik van stationsomgevingen zijn niet alleen van lokale maar vooral ook van (boven) lokale, regionale betekenis (Almelo, Deventer, Enschede, Kampen, Oldenzaal, Steenwijk en Hardenberg), en van (inter-)nationale betekenis (onder meer Zwolle en Hengelo). Stationsgebieden waarin de functie voor openbaar vervoer via gebiedsontwikkeling is verbonden met andere functies in de directe nabijheid (zoals woningen, kantoren, scholen, winkels, culturele voorzieningen) dragen bij aan het openbaar vervoer als wervend alternatief. Ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik is nodig om naast al deze functies voldoende capaciteit te realiseren voor de afwikkeling van het busverkeer, het stallen van fietsen en het parkeren van auto's en taxi's. Een vervoersknooppunt dient een snelle overstap te bieden met een hoog voorzieningenniveau. Het station functioneert dan als een goed georganiseerd schakel in de van deur-tot-deur benadering van de reis (ketenmobiliteit). Daarom maken ontwikkeling van de verbindingen tussen station en hoofdinfrastructuur zgn. stadsassen integraal onderdeel uit van de gebiedsontwikkeling van stationsomgevingen. Uitvoering is lokaal maar betekenis is regionaal, en als overstap voor verdere reizen bijvoorbeeld ook (inter-) nationaal.
Op de beleidsperspectievenkaart (zie afbeelding 2.1) is het plangebied aangeduid als stationsgebied. Hier dienen de bijzondere gebiedscondities te worden benut.
Afbeelding 2.1: Uitsnede voor Oldenzaal uit Beleidsperspectievenkaart Omgevingsvise Overijssel