bestemmingsplanAppartementengebouw Oostwal 9

4.5 Flora en fauna

Per 1 april 2002 is de nieuwe Flora- en faunawet (Staatsblad 1998, 402) in werking getreden. Hierin is het soortenbeleid van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn uitgewerkt. Het doel van de wet is om in het wild levende planten en dieren te beschermen.

De wet verbiedt het verwijderen en beschadigen van beschermde planten, het doden, verwonden, vangen of opzettelijk verontrusten van beschermde dieren en het beschadigen van vaste rust of verblijfplaatsen. Dit betekent dat de activiteiten in het plangebied de beschermde soorten die er voorkomen niet mogen bedreigen.

Als dat wel het geval is moet worden gekeken of de activiteiten anders of elders kunnen plaats vinden. Ontheffing van de Flora- en Faunawet kan in sommige gevallen worden verleend, mits de instandhouding van de soort niet in gevaar komt.

Vrijwel elke ruimtelijke ingreep gaat gepaard met verstoring, vernietiging en andere effecten op planten en dieren. Om toch een ruimtelijk plan tot uitvoering te kunnen brengen is, indien er effecten zijn te verwachten op beschermde soorten, een ontheffing noodzakelijk van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Onderhavig bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en heeft daarmee geen negatieve invloed op eventueel aanwezige natuurwaarden.