direct naar inhoud van 4.4 Water
Plan: Appartementengebouw Oostwal 9
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP02010-va01

4.4 Water

4.4.1 Beleid

Waterschap Regge en Dinkel
Afkoppelen of het niet-aankoppelen van verharde oppervlakken wordt gezien als een maatregel met milieuhygiënische voordelen. Door af te koppelen reduceert de vuiluitworp via rioolstelsels en verbetert het zuiveringsrendement van RWZI’s. Verder draagt afkoppelen bij aan het bereiken van een veerkrachtig watersysteem en het realiseren van het gewenste grond- en oppervlaktewaterregime. In de zogenaamde ‘Afkoppelnota’ van het waterschap is één van de doelstellingen, dat bij vernieuwing van bestaand bebouwt gebied gestreefd wordt naar het afkoppelen van zoveel mogelijk vierkante meters schoon verhard oppervlak. Ook in de ‘Beleidsnota Retentie’ wordt de noodzaak tot het vasthouden en bergen van water onderstreept.

Gemeentelijk waterplan
De gemeenteraad van Oldenzaal heeft op 23 oktober 2003 het waterplan vastgesteld. Hierin staat beschreven wat de gemeente wil bereiken op het gebied van water in de komende 30 jaar. De gemeente Oldenzaal streeft naar integraal duurzaam waterbeheer, dit kan met deze principes worden weergegeven:

  • geen kwantitatieve afwenteling;
  • geen kwalitatieve afwenteling;
  • geen verspilling van water, locale benutting;
  • water als ordenend principe;
  • samenwerking en afstemming, goede communicatie;
  • lerende organisatie ontwikkelen.

Op basis van deze principes en de inhoudelijke bijdrage van de workshop is een concreet eindbeeld opgesteld voor 2033. In het waterplan wordt beschreven hoe Oldenzaal er in 2033 uit zal zien, voor wat betreft water. Alle aspecten van onder andere waterkwaliteit, waterkwantiteit, beheer en inrichting, riolering komen aanbod. Onderstaande afbeelding toont een samenvatting van het eindbeeld. In dit eindbeeld zijn de volgende onderdelen te onderscheiden:

  • oppervlaktewater met groene, natuurlijke inrichting in het buitengebied;
  • schoonwaterafvoer/-stelsel en oppervlaktewater ingepast in omgeving, stedelijk;
  • oppervlaktewater met inrichting tussen natuurlijk en stedelijk vijvers;
  • inrichting combinatie van beleving, gebruiksfuncties en natuur;
  • ruimte voor communale buffers en helofytenfilters;
  • nadruk op recreatie.

Een belangrijk onderdeel in het gemeentelijk waterplan is het ombouwen van een gemengd rioolstelsel naar een zoveel mogelijk gescheiden rioolstelsel. Hierbij worden verschillende waterkwaliteiten gescheiden en apart afgevoerd. Het regenwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. In de gehele stad wordt een schoonwaterstelsel (in delen) aangelegd. Voor het grootste deel zal dat ondergronds plaatsvinden, maar waar mogelijk ook zichtbaar. Op deze manier kunnen diverse problemen of knelpunten worden opgelost. Emissie vanuit het gemengde rioolstelsel op oppervlaktewater kan bijvoorbeeld grotendeels worden voorkomen, wateroverlast kan worden beperkt en drainages kunnen water afvoeren ter voorkoming van grondwateroverlast. Door deze keuze te maken moet, daar waar mogelijk, in de stad berging (bijvoorbeeld vijvers) gecreëerd worden. In verband met ruimtegebrek zal dat niet in voldoende mate mogelijk zijn, daarom zal aan de rand van de stad ook ruimte beschikbaar moeten komen om het water op te vangen. Daarna kan het water rustig worden afgevoerd naar de afvoerende beken. Het is een duurzame oplossing en hierdoor kan in de toekomst ook beter ingespeeld worden op de veranderingen van het klimaat (langere droge periodes afgewisseld met hevige neerslag).

4.4.2 Situatie plangebied

Bij nieuwe ontwikkelingen dient op basis van het waterplan Oldenzaal in principe te worden voorzien in een waterberging op eigen terrein voor 20mm berging per m2 verhard oppervlak. Ten behoeve van de realisatie van het appartementengebouw is op eigen terrein een waterberging van 28m3 aangelegd. Hiermee is destijds voldaan aan de waterbergingseis.

Daarnaast geldt dat dit bestemmingsplan een bestaande situatie vast, waardoor er geen sprake is van een toename van het verhard oppervlak en veranderingen aan de waterhoudkundige situatie. Het aspect ‘water’ vormt dan ook geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van onderhavig initiatief.