23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘wonen – uit te werken’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen;
b. maatschappelijke voorzieningen;
c. nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
d. gebouwen;
e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
f. tuinen en erven;
g. wegen, straten en paden;
h. verblijfsgebieden;
i. water;
k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
l. groen- en speelvoorzieningen;
m. parkeervoorzieningen.
23.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken de in lid 23.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
a. de uitwerking wordt eerst in 2015 in procedure gebracht;
b. het aantal te bouwen woningen bedraagt niet meer dan 120;
c. gemiddeld dient per woning te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
d. de in dit plan bij de bestemmingen Wonen en Wonen – Woongebouw opgenomen regels zijn voorzover mogelijk van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.
23.3 Bouwregels
Zolang en voorzover de in lid 23.2 bedoelde uitwerking geen rechtskracht heeft, mogen de gronden niet worden bebouwd.
Wanneer gebruik wordt gemaakt van een omgevingsvergunning via een afwijking als bedoeld in lid 23.4, mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in voorbereiding zijnde bestemming worden gebouwd.
23.4 Afwijken van de bouwregels
a. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 23.3 voor het bouwen ten dienste van de in voorbereiding zijnde bestemming.
b. Een in lid 23.4, sub a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
1. het bouwplan in overeenstemming is met de in voorbereiding zijnde uitwerking;
2. belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze kenbaar te maken.