Toelichting
Toelichting, Bijlagen
Planregels
Planregels, Bijlagen
 
Plancode (idn) : NL.IMRO.0166.00991040-VB01
Status : Vastgesteld
Status Datum : 12-07-2012
naar de inhoudsoopgave van de planregels
naar de bovenkant van deze pagina
naar de onderkant van deze pagina

Artikel 25 Waarde - Beschermd stadsgezicht

 

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde-Beschermd stadsgezicht’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de met het beschermd stadsgezicht verbonden cultuurhistorische waarde, wat tot uitdrukking komt in het patroon van straten, stegen, pleinen, grachten, havens en kaden, muren en stadsmuren, alsmede in de verkaveling van bouwvlakken en/of bouwpercelen. Daarnaast is het karakter van de bebouwing, bepaald door type, structuur, diepte, breedte, opbouw in verdiepingen, bekapping, gevelindeling en materiaalgebruik bepalend. Tot slot zijn de indeling en aard van de openbare en private open ruimten en de beplanting van belang.

25.2 Bouwregels

Op de in lid 25.1 bedoelde gronden mag worden gebouwd ten dienste van de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, met in achtneming van de volgende regels:

  1. de breedte van hoofdgebouwen mag niet meer en niet minder bedragen dan de bestaande breedte van het hoofdgebouw;

  2. de gevelindeling, goot- en bouwhoogte, dakhelling en nokrichting zoals die bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dient gehandhaafd te worden, met dien verstande dat een afwijking van de goot- en of bouwhoogte van niet meer dan 5% is toegestaan waarbij de dakhelling dienovereenkomstig mag worden aangepast;

  3. de voorgevels van hoofdgebouwen mogen uitsluitend in de naar de weg gekeerde bouwgrenzen dan wel bestemmingsgrenzen worden gebouwd; deze bepaling geldt niet voor bebouwing in de binnenterreinen;

  4. de afdekking van hoofdgebouwen, zoals opgenomen in Bijlage 3 Kappenkaart, dient te worden gehandhaafd, met dien verstande dat het toevoegen van een kap op een plat dak is toegestaan waarbij de dakhelling niet minder dan 45° en niet meer dan 65° mag bedragen.

25.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:

  1. de plaats en de afmetingen van bouwwerken;

  2. de nokrichting van de kappen van gebouwen;

  3. de gevelindeling van gebouwen;

  4. het materiaal- en kleurgebruik van bouwwerken,

ten behoeve van de versterking, instandhouding en/of het herstel van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermd stadsgezicht.

25.4 Afwijken van de bouwregels

 

25.4.1 Breedte hoofdgebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.2 onder a voor het wijzigen van de breedte van een hoofdgebouw, mits de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermd stadsgezicht niet onevenredig worden aangetast.

25.4.2 Breedte hoofdgebouwen / gevelindeling

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.2 onder a en b ten behoeve van het verbouwen van twee zijdelings aan elkaar grenzende gebouwen, op geen van welke deze afwijking eerder is toegepast, tot één geheel, mits:

  1. er geen (delen van) muren worden verwijderd met monumentale (bouwhistorische) waarden;

  2. doorbraak van muren plaatsvindt op minimaal 3 m achter de voorgevel;

  3. in afwijking van het bepaalde onder b mag op de percelen Voorstraat 105 en 107 een doorbraak van muren plaatsvinden op 0,5 m achter de voorgevel;

  4. de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermd stadsgezicht niet onevenredig worden aangetast, in welk kader bouwhistorisch onderzoek dient plaats te vinden;

  5. de samenvoeging omkeerbaar is.

25.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

 

25.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ‘Waarde - Beschermd stadsgezicht' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  1. het kappen en/of rooien van bomen en/of houtgewas;

  2. het verharden van de openbare ruimte;

  3. het wijzigen van de aard van de oppervlakteverhardingen.

25.5.2 Uitzonderingen op verbod

Het verbod in lid 25.5.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  1. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;

  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

25.5.3 Afwegingskader

Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 25.5.1 wordt verleend:

  1. indien door de werken of werkzaamheden of door de direct of indirect te verwachten gevolgen daarvan geen gevaar of nadeel ontstaat voor het beschermde stadsgezicht;

  2. nadat de monumentencommissie daaromtrent is gehoord.