Toelichting | |
Toelichting, Bijlagen | |
Planregels | |
Planregels, Bijlagen | |
Plancode (idn) | : NL.IMRO.0166.00991040-VB01 |
Status | : Vastgesteld |
Status Datum | : 12-07-2012 |
Artikel 9 Gemengd - 1
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
wonen, met dien verstande dat:
de vloeroppervlakte bij onzelfstandige woonruimte ten minste 15 m² en bij zelfstandige woonruimte ten minste 60 m² bedraagt, of de bestaande oppervlakte op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, dan wel
ter plaatse van de aanduiding ´maximum aantal wooneenheden´ het aangegeven aantal woningen ter plaatse is toegestaan.
indien het functies betreffen die worden uitgeoefend op de begane grondlaag van gebouwen:
detailhandel tot een oppervlakte van niet meer dan 150 m² dan wel de aangegeven oppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte; vvo (m²)', en aan die detailhandel ondergeschikte horeca;
kantoren;
dienstverlening;
maatschappelijke voorzieningen;
cultuur en ontspanning;
bedrijven als genoemd in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, met daarbij behorende productiegebonden detailhandel;
horecabedrijven zoals genoemd in categorie 1 ter plaatse van de aanduiding ‘horeca tot en met horecacategorie 1’;
horecabedrijven zoals genoemd in categorie 1 en 2 ter plaatse van de aanduiding ‘horeca tot en met horecacategorie 2’;
horecabedrijven zoals genoemd in categorie 1, 2 en 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
horecabedrijven zoals genoemd in categorie 1, 2, 3 en 4, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 4';
opslag ten behoeve van bovengenoemde functies.
Indien het functies betreffen die worden uitgeoefend op de verdiepingen van gebouwen:
horecabedrijven in de zin van een hotel en/of pension ten dienste van en in directe relatie met een op de begane grond gevestigd horecabedrijf;
opslag ten behoeve van de op de begane grond gevestigde functie,
met daarbij behorende bouwwerken, tuinen, erven, terreinen, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Hoofdgebouwen
Binnen deze bestemming mogen hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd worden;
ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' mag het aantal woningen niet meer bedragen dan aangegeven;
de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte.
9.2.2 Erfbebouwingsregeling
Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 30 m2 bedragen, met in achtneming van de volgende regels:
de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen bouwperceel;
in afwijking van het hiervoor bepaalde mag de gezamenlijke oppervlakte meer bedragen dan 50%, mits de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 20 m2;
bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte wordt de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken voor zover gelegen binnen het bouwvlak tussen het verlengde van de zijgevels van het hoofdgebouw niet meegerekend;
ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag in afwijking van lid a het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan aangegeven;
de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bouwhoogte van de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw vermeerderd met 30 cm;
de goot- en bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mogen niet meer dan respectievelijk 2,5 m en 5 m bedragen;
vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd met een kap waarvan de dakhelling niet minder en niet meer mag bedragen dan respectievelijk 45° en 65°.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
indien zij voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
9.2.4 Dakterrassen
Het bouwen van dakterrassen is niet toegestaan.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Vergroting oppervlakte erfbebouwing
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 onder 9.2.2 onder a en toestaan dat bij bouwpercelen groter dan 250 m2 de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken wordt vergroot, met dien verstande dat:
een maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 25% van de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen bouwperceel is toegestaan, tot een maximum van 50 m2;
voor de bijbehorende bouwwerken qua locatie wordt aangesloten bij de op hetzelfde of het naastgelegen perceel aanwezige gebouwen;
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het beschermd stadsgezicht.
9.3.2 Hogere goot- en bouwhoogte bijbehorende bouwwerken
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 onder 9.2.2 onder b en toestaan dat aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd met een hogere goot- en bouwhoogte, met dien verstande dat:
het bijbehorende bouwwerk in de zijdelingse bouwperceelgrens wordt gebouwd, waarbij het bijbehorende bouwwerk niet dieper mag worden gebouwd dan de diepte van aangrenzende hoofd- en/of aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelegen in dezelfde bouwperceelgrens;
de breedte van het bijbehorend bouwwerk niet meer dan 40% van de breedte van het hoofdgebouw mag bedragen;
de goothoogte niet meer mag bedragen dan de goothoogte van het hoofdgebouw, en
de goothoogte van aangrenzende bebouwing met niet meer dan 1 meter mag worden overschreden;
de dakhelling niet minder en niet meer dan respectievelijk 45° en 65° bedraagt, dan wel de dakhelling van het hoofdgebouw;
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld;
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het beschermd stadsgezicht.
9.3.3 Dakterrassen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 onder 9.2.4 voor het toestaan van dakterrassen op hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten dienste van de woonfunctie, met dien verstande dat:
het dakenlandschap zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 3 Kappenkaart niet onevenredig wordt aangetast;
de woonfunctie op verdiepingen daardoor wordt bevorderd;
door het dakterras de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;
hekwerken of borstweringen zijn toegestaan met een hoogte van maximaal 1,2 m, gemeten vanaf het dak;
de afstand tussen dakterrassen en de dakrand die grenst aan lager gelegen openbare ruimte minimaal 2 m bedraagt;
de woonfunctie van aangrenzende woningen niet onevenredig wordt aangetast;
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het beschermd stadsgezicht.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van:
de begane grond voor horeca, voor zover niet toegestaan op grond van lid 9.1;
de verdiepingen voor de functie detailhandel, kantoor, dienstverlening of maatschappelijke voorzieningen, cultuur en ontspanning;
de gronden voor bed & breakfast.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
lid 9.4 onder a ten behoeve van het wijzigen van het gebruik van de gronden, voor zover het de begane grondlaag betreft, ten behoeve van horecabedrijven zoals genoemd in categorie 1 en 2;
lid 9.4 onder b ten behoeve van het wijzigen van het gebruik van de gronden, voor zover het de verdiepingen betreffen, ten behoeve van detailhandel tot een oppervlakte van niet meer dan 150 m², dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, horecabedrijven zoals genoemd in categorie 1 en 2, alsmede cultuur en ontspanning;
lid 9.4 onder c ten behoeve van het gebruik van woningen met bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van bed & breakfast onder de voorwaarden dat:
ten hoogste 25% van de aanwezige vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 40 m², mag worden aangewend ten behoeve van bed & breakfast;
het gebruik brengt geen onevenredige parkeerdruk of verkeersoverlast met zich mee;
het gebruik is zowel naar aard als voor wat betreft de visuele aspecten met het woonkarakter in overeenstemming;
de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd.
De in sub a genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het straat- en bebouwingsbeeld;
de woonsituatie;
de verkeers- en parkeersituatie;
de sociale veiligheid;
de fysieke en externe veiligheid;
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.