Bestemmingsplannen Gemeente Hellendoorn
 

4.2 Uitgangspunten bestemmingsregeling

 

4.2.1 Algemeen

In dit onderdeel van de toelichting wordt nader ingegaan op de vormgeving van de verbeelding en de regels.

 

Bij de opzet van de regels is aangesloten op de wettelijke regelingen, namelijk de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening. Tevens sluiten de regels aan bij de eisen conform Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP 2008).

 

Het bestemmingsplan is overeenkomstig het Besluit ruimtelijke ordening vervat in:

  • een geometrische plaatsbepaling van het plangebied en van de daarin aangewezen bestemmingen;

  • een beschrijving van die bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven.

 

Afstemming op andere wetten en verordeningen

Met het oog op de duidelijkheid, dan wel om een dubbel vergunningstelsel te voorkomen, is ten aanzien van het welstandsbeleid aangegeven hoe het gemeentebestuur bij de toepassing van de daarin opgenomen regelingen rekening houdt met het ruimtelijk beleid, zoals dat met het bestemmingsplan wordt nagestreefd.

4.2.2 Bestemmingsregels

In het plan zijn circa 20 bestemmingen opgenomen.

De verschillende bestemmingen hebben een vaste opbouw en volgorde:

1. Bestemmingsomschrijving;

2. Bouwregels;

en voorzover nodig:

3. Nadere eisen;

4. Afwijking van de bouwregels;

5. Specifieke gebruiksregels;

6. Afwijking van de gebruiksregels;

7. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;

8. Omgevingsvergunning voor het slopen van karakteristieke panden;

9. Wijzigingsbevoegdheid.

 

Algemene regels

Naast de bestemmingsregels, de begrippen en de wijze van meten, zijn nog algemene gebruiks- en afwijkingsregelsregels, overige regels en overgangs- en slotregels opgenomen.

4.2.3 Verbeelding (voorheen plankaart)

Voor dit bestemmingsplan zijn er twee voorname redenen om af te wijken van de standaard die in de gemeente Hellendoorn bestemmingsplan zijn er twee redenen om van de gekozen systematiek af te wijken. In de eerste plaats is er natuurlijk de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening, in verband waarmee ook de verbeelding aan nieuwe eisen moet voldoen. In de tweede plaats is het specifieke karakter van het plangebied een reden om te kiezen voor een enigszins afwijkende opzet. Gezien het bijzondere karakter van het gebied Duivecate/Reggedal is de gebruikelijke regeling voor de bebouwde gebieden niet zonder meer toepasbaar. Het gebied vraagt maatwerk. Wat betreft de regeling voor (de functies van) de bebouwing is zoveel mogelijk uitgegaan van de systematiek voor het bebouwde gebied; voor de onbebouwde gebieden (agrarisch, natuur en dergelijke) is aansluiting gezocht bij het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan buitengebied. Bestaande bebouwing en functies worden op deze wijze adequaat geregeld, terwijl de waarden van onbebouwde gebieden zoveel mogelijk eensluidend zijn aan het aangrenzende buitengebied.