Artikel 28 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 29 Algemene aanduidingsregels
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' gelden de volgende aanvullende regels.
29.1 Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat een op grond van de bestemming toelaatbaar geluidgevoelig gebouw niet mag worden gebouwd, met uitzondering van geluidgevoelige gebouwen wanneer de geluidbelasting niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, verkregen hogere grenswaarde of vastgestelde maximaal toegestane geluidbelasting.
29.2 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik binnen de aanduiding 'geluidzone - industrie' wordt begrepen het gebruik van gebouwen als geluidgevoelig object.
29.3 Afwijking van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen middels een Omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2, mits de geluidbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Artikel 30 Algemene afwijkingsregels
30.1 Algemene afwijkingen
Burgemeester en wethouders kunnen middels een Omgevingsvergunning toestaan dat:
a. kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, wachthuisjes (abri's), telefooncellen, fietsenstallingen, weegbruggen en dienstgebouwtjes voor onderhoud of gebruik van openbaar groen, wegen of speelplaatsen, in afwijking van de bestemming volgens het plan worden gebouwd, voorzover deze gebouwtjes geen grotere oppervlakte hebben dan 25 m² en geen grotere goot- en bouwhoogte hebben dan respectievelijk 3 m en 5 m;
b. van de voorgeschreven maten tot een maximum van 10% wordt afgeweken, mits de afstand van de bouwgrenzen tot de grenzen van de weg niet wordt verminderd;
c. ten aanzien van de bouwhoogte van antenne-installaties en antennemasten mag worden afgeweken voorzover:
- de bouwhoogte niet meer dan 40 m ten opzichte van het maaiveld bedraagt;
d. buiten het bouwvlak wordt gebouwd voorzover volledig beneden het peil wordt gebouwd en:
- een verticale diepte van 6 m niet wordt overschreden;
- het maaiveld wordt afgewerkt op een wijze die past binnen de bestemming;
- er geen onevenredige toename van de parkeerdruk plaatsvindt.
De afwijkingen als bedoeld in sub a t/m d worden niet verleend indien:
1. daardoor op enig aangrenzend terrein de realisering van het bestemmingsplan wordt belemmerd;
2. daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende erven;
3. het stedenbouwkundig beeld hierdoor in ernstige mate wordt verstoord.
Artikel 31 Overige regels
31.1 Afstemming welstandstoets
Voorzover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:
a. de voorgeschreven maximale goothoogte en maximale bouwhoogte;
b. de dakhelling;
c. de plaatsing op het bouwperceel;
ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden van het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, mits:
- de goot- en bouwhoogte met niet meer dan 15% afwijken van de toegestane goot- en bouwhoogte, met uitzondering van:
1. gevallen waarbij de bestaande goot- en bouwhoogte worden vergroot en de bestaande goot- en bouwhoogten van omliggende bebouwing lager zijn en niet ook worden vergroot;
2. in de welstandsnota specifiek aangegeven karakteristieke panden;
- de binnen de regels te realiseren oppervlakte van bebouwing wordt verminderd met meer dan 15%.
31.2 Uitsluiting seksinrichting
Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik van de gronden als seksinrichting.