Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene aanduidingsregels
8.1 Veiligheidszone - bevi
Op en in de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone – bevi’ zijn geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan, behoudens zodanig bestaande objecten.
Artikel 9 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegde gezag kan middels een Omgevingsvergunning toestaan dat:
a. kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, wachthuisjes (abri's), telefooncellen, fietsenstallingen, weegbruggen en dienstgebouwtjes voor onderhoud of gebruik van openbaar groen, wegen of speelplaatsen, in afwijking van de bestemming volgens het plan worden gebouwd, voor zover deze gebouwtjes geen grotere oppervlakte hebben dan 25 m² en geen grotere goothoogte dan 3 m en de bouwhoogte maximaal 5 m bedraagt;
b. van de voorgeschreven maten tot een maximum van 10% wordt afgeweken, mits de afstand van de bouwgrenzen tot de grenzen van de weg niet wordt verminderd;
c. ten aanzien van de bouwhoogte van antennemasten mag worden afgeweken voor zover:
- de bouwhoogte minder dan 40 m ten opzichte van het maaiveld bedraagt;
d. buiten het bouwvlak wordt gebouwd voor zover volledig beneden het peil wordt gebouwd en:
- een verticale diepte van 6 m niet wordt overschreden;
- het maaiveld wordt afgewerkt op een wijze die past binnen de bestemming;
- geen onevenredige toename van de parkeerdruk plaatsvindt.
De afwijkingen als bedoeld sub a tot en met d worden niet verleend indien:
1. daardoor op enig aangrenzend terrein de realisering van het bestemmingsplan wordt belemmerd;
2. daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende erven;
3. het stedenbouwkundig beeld hierdoor in ernstige mate wordt verstoord.
Artikel 10 Overige regels
10.1 Afstemming welstandstoets
Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:
a. de voorgeschreven maximale goothoogte en maximale bouwhoogte;
b. de dakhelling;
c. de plaatsing op het bouwperceel;
ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden voor het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, mede in relatie tot het document inrichting erf Kasteelstraat 3 Hellendoorn (Dienst Landelijk Gebied 6 juni 2012) mits:
- de goot- en bouwhoogte met niet meer dan 15% afwijken van de toegestane goot- en bouwhoogte.
10.2 Uitsluiting seksinrichting
Het bestemmingsplan verzet zich tegen het gebruik van de gronden als seksinrichting.