8.1 Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
a. de in het plan gegeven (oppervlakte)maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages voorzover dit gelet op het gebruik en/of de constructie noodzakelijk is;
b. het bepaalde in het plan en worden toegestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
c. het bepaalde in het plan en worden toegestaan dat openbare nutsgebouwen, wachthuizen ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwen ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen worden gebouwd, mits:
- de inhoud per gebouw niet meer dan 75 m³ bedraagt;
d. het bepaalde in het plan en worden toegestaan dat antennemasten exclusief antenne tot een bouwhoogte van 25 m worden gebouwd.
8.2 Een omgevingsvergunning als bedoeld in dit artikel mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid.