10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
watergangen en oeverstroken;
-
bruggen, voor zover bestaand;
-
waterstaatkundige kunstwerken.
10.2 Bouwregels
-
Ten aanzien van de gebouwen geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd.
-
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 1 m, in afwijking van het gestelde in artikel 2 gemeten vanaf 0,52 - N.A.P. (boezempeil);
-
in afwijking van het gestelde onder 1 dient de doorvaarthoogte van bruggen ten minste 2,5 m te bedragen, gemeten vanaf 0,52 - N.A.P;
-
de bouwhoogte van walbeschoeiingen mag niet meer bedragen dan 1 m boven het ter plaatse geldende streefpeil en uitsluitend bij bouwpercelen aan het water.