5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven die zijn genoemd in de bij de regels behorende bijlage ‘Staat van Bedrijven’, onder de categorieën 1 en 2;
-
verkeers- en verblijfsdoeleinden, met dien verstande dat de inrichting ter plaatse van de aanduiding ‘verblijfsgebied’ dient te zijn afgestemd op de ontsluiting van voorzieningen en parkeren en dat parkeren dient plaats te vinden op eigen erf;
-
groenvoorzieningen, met dien verstande dat de bestemming op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijventerrein’ is gericht op realisatie en behoud van opgaande beplanting ter afscherming van de bedrijfserven, overeenkomstig de landschappelijke inpassing als opgenomen in paragraaf 4.2 van de toelichting;
-
openbare nutsvoorzieningen;
-
water, met dien verstande dat de inrichting van de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘water’ voor ten minste 75% van de oppervlakte is gericht op realisatie en behoud van het aanwezige water,
alsmede voor:
-
een bouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – bouwbedrijf’;
-
een timmer- en meubelfabriek, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – timmer- en meubelfabriek’.
In de bestemming zijn inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder en risicovolle inrichtingen niet begrepen.
Het parkeren ten behoeve van de bestemming dient op eigen erf plaats te vinden.
5.2 Bouwregels
-
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
-
de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
-
de oppervlakte van een bouwperceel bedraagt ten hoogste 2.500 m², dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer is dan 2.500 m²;
-
de goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste 4 m respectievelijk 8 m, dan wel ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ aangegeven hoogten;
-
de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is dan 3 m;
-
met uitzondering van de bestaande bedrijfswoningen mogen er geen bedrijfswoningen worden gebouwd;
-
de inhoud van bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 650 m³, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer is.
-
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
de bouwhoogte van walbeschoeiingen mag niet meer bedragen dan 0,5 m boven het ter plaatse geldende streefpeil en uitsluitend bij bouwpercelen aan het water;
-
de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m;
-
de bouwhoogte van luifels mag niet meer bedragen dan 6 m;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 5,5.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
het bepaalde in lid 5.2, sub a, onder 6 voor het vergroten van bedrijfswoningen tot ten hoogste 900 m³, mits:
-
de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen groter is dan 500 m²;
-
de bedrijfswoning integraal onderdeel uitmaakt van de overige bebouwing in de zin dat de bedrijfswoning aan-, op-, of ingebouwd dient te zijn;
-
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 3 m bedraagt;
-
het bepaalde in lid 5.2, sub b, onder 4 voor een bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijde, tot ten hoogste 10 m.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor het in artikel 5.1 omschreven gebruik zonder dat de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijventerrein’ zijn ingericht met opgaande beplanting ter afscherming van een bedrijfserf, overeenkomstig de landschappelijke inpassing als opgenomen in paragraaf 4.2 van de toelichting. De voorwaardelijke verplichting is niet van toepassing op bestaand legaal gebruik;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor het in artikel 5.1 omschreven gebruik zonder dat de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijventerrein’ zijn behouden in de vorm van opgaande beplanting ter afscherming van een bedrijfserf, overeenkomstig de landschappelijke inpassing als opgenomen in paragraaf 4.2 van de toelichting. De voorwaardelijke verplichting is niet van toepassing op bestaand legaal gebruik;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en gebouwen ten behoeve van detailhandel;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en gebouwen ten behoeve van detailhandel in volumineuze goederen.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
-
Bij een omgevingsvergunning kan, met inachtneming van de milieusituatie, worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1 en kan worden toegestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage ‘Staat van Bedrijven’ onder de categorieën 1 en 2.
-
Bij een omgevingsvergunning kan, met inachtneming van de milieusituatie, worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1 en toegestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die zijn genoemd in de bij de regels behorende bijlage ‘Staat van Bedrijven’, onder categorie 3.1, mits deze bedrijven naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage ‘Staat van Bedrijven’ onder de categorieën 1 en 2.
-
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1 en lid 5.4, sub c ten behoeve de uitoefening van detailhandel die in directe relatie tot de bedrijfsvoering staat, mits de oppervlakte ten hoogte 50 m² bedraagt.
-
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1 en lid 5.4, sub c ten behoeve de uitoefening van productiegebonden detailhandel.
-
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1 en lid 5.4, sub d ten behoeve de uitoefening van detailhandel in volumineuze goederen, mits de detailhandel geen afbreuk doet aan de verzorgingsfunctie van het kernwinkelgebied en de detailhandel qua schaal en verzorgingsfunctie aansluit bij de aard en schaal van Easterwierrum.