6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
educatieve, medische, sociale, culturele en religieuze voorzieningen, met de daarbij behorende bouwwerken en overige voorzieningen;
-
groenvoorzieningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding “groen” ten minste 75% van de oppervlakte is gericht op de realisatie en behoud van opgaande beplanting;
-
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen;
-
water en waterhuishoudkundige voorzieningen,
en tevens voor:
-
een begraafplaats, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “begraafplaats”.
6.2 Bouwregels
-
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
-
de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
-
de goothoogte bedraagt ten hoogste de bestaande goothoogte voor zover het een bestaand bouwwerk betreft;
-
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de bestaande bouwhoogte voor zover het een bestaand bouwwerk betreft;
-
de dakhelling bedraagt ten minste het bestaande aantal graden;
-
er mogen geen dienstwoningen worden gebouwd.
-
-
Ten aanzien van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat er geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd, met uitzondering van:
-
walbeschoeiingen tot een maximale hoogte van 0,5 m boven het ter plaatse geldende streefpeil en uitsluitend bij bouwpercelen aan het water;
-
terrein- en erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 m, dan wel 2 m mits gebouwd op ten minste 1 m achter (het verlengde van) de gevellijn;
-
masten, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8 m.
6.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouw-werk
-
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen de bouwwerken ter plaatse van de aanduiding “karakteristiek” geheel of gedeeltelijk te slopen.
-
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a wordt slechts verleend indien:
-
-
-
geen onevenredige schade aan de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarde van het gebouw optreedt, die wordt gevormd door:
-
de situering van de bebouwing;
-
de schaal van de bebouwing;
-
de vorm en richting van de kap(pen);
-
de geleding van de bebouwing; of
-
sprake is van groot maatschappelijk belang en er redelijkerwijs geen alternatieven zijn voor de voorgestelde ingreep; of
-
op basis van technische en economische overwegingen instandhouding van het bouwwerk redelijkerwijs niet verlangd kan worden.
-
-
Indien het bevoegd gezag voornemens is om de omgevingsvergunning te verlenen op basis van het gestelde in lid 6.3, sub b, onder 1, wordt de gemeentelijke monumentencommissie om advies gevraagd.
-
Het verbod als bedoeld in lid 6.3 sub a is niet van toepassing op:
-
-
-
werkzaamheden die:
-
reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
-
het normale onderhoud betreffen;
-
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen en/of slopen van een bouwwerk;
-
gebouwen die ten gevolge van een calamiteit verloren zijn gegaan.
-
-