Bestemmingsomschrijving |
||||||||||||||||||||||||||||||||
A. |
De op de plankaart voor bedrijventerrein uit te werken aangewezen gronden zijn bestemd voor: |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
1. |
ter plaatse van de aanduiding BT-UaC2: bedrijven uit categorie 1 en 2 van de VNG; |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
2. |
ter plaatse van de aanduiding BT-UaC3: bedrijven uit categorie 1, 2 en 3 van de VNG; |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
3. |
ten hoogste één dienstwoning met bijbehorende aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per bedrijf; |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
4. |
kantoren; |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
met de daarbij behorende: |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
5. |
groenvoorzieningen; |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
6. |
nutsvoorzieningen; |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
7. |
erven en terreinen; |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
8. |
parkeervoorzieningen |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
9. |
gebouwen en overkappingen; |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
10. |
overige bouwwerken. |
||||||||||||||||||||||||||||||
B. |
Risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitwerkingsregels |
||||||||||||||||||||||||||||||||
C. |
Burgemeester en wethouders werken de in lid A omschreven bestemming uit met inachtneming van de aanduidingen op de plankaart, het bepaalde in de artikelen (bedrijventerrein), 11 (groen), 15 (verkeer - verblijf), 16 (water) en op basis van de onderstaande regels: |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
1. |
Voor het inrichten van de gebieden gelden de volgende bepalingen: |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
a. |
het oppervlak van een bouwperceel bedraagt maximaal 2.000 m²; |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
b. |
per bedrijf is maximaal één dienstwoning toegestaan; |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
c. |
de ontsluiting van het gebied zal plaatsvinden via de NAM-weg en/of Energieweg; |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
d. |
de breedte van de ontsluitingsweg
bedraagt minimaal |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
e. |
uit akoestisch onderzoek moet blijken dat de geluidsbelasting op de gevel van de dienstwoning niet meer bedraagt dan 48 dB; |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
2. |
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen: |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
a. |
de hoofdgebouwen worden gebouwd: - binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak; - op minimaal - op minimaal |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
b. c. |
de maatvoering van de hoofdgebouwen is op de plankaart aangegeven met
een bouwklasse in het bouwvlak; de maatvoering van de hoofdgebouwen voldoet per bouwklasse aan
onderstaand bouwschema (dat ook op de plankaart staat): |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||
|
3. |
Voor het bouwen van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, gelden de volgende bepalingen: |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
a. |
de aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd: |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
- binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak; |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
- op minimaal |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
- op minimaal |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
b. |
de goothoogte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen is maximaal 3,3 m; |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
c. |
de dakhelling van een aanbouw, uitbouw en bijgebouw of overkapping is maximaal 70ş. |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
4. |
Voor het bouwen van overige bouwwerken, die geen gebouwen zijn, geldt de volgende bepaling: |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
- |
de hoogte van overige bouwwerken, is maximaal |
|||||||||||||||||||||||||||||
D. |
Een besluit tot uitwerking is pas toegestaan nadat is gebleken dat de bodem geschikt is voor de beoogde functies. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
E. |
Een besluit tot uitwerking is pas toegestaan nadat de waterbeheerder een positief advies heeft uitgebracht over de benodigde compenserende maatregelen als gevolg van eventuele demping van sloten en/of toename van verharding. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijzondere
bepalingen |
||||||||||||||||||||||||||||||||
F. |
Zolang de in lid C, D en E bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd: |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
wanneer: |
het bouwplan past binnen het ontwerpuitwerkingsplan: |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
en: |
van Gedeputeerde Staten: - vooraf een verklaring van geen bezwaar over het uitwerkingsplan is ontvangen; - of, een verklaring is afgegeven dat voor uitwerking geen goedkeuring nodig is en tijdens de termijn van terinzagelegging geen zienswijzen tegen het ontwerpuitwerkingsplan zijn ingebracht. |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitwerkingsprocedure |
||||||||||||||||||||||||||||||||
G. |
Bij het gebruikmaken van de bevoegdheid tot uitwerking van het bestemmingsplan, op grond van lid C, D en E is de volgende procedure van toepassing: |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
1. |
Een verzoek om uitwerking, overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, ligt met bijbehorende stukken 4 weken ter inzage. |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
2. |
Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging bekend: |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
a. |
in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid; |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
b. |
en verder op de gebruikelijke wijze. |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
3. |
In de bekendmaking staat vermeld dat schriftelijk zienswijzen kunnen worden ingediend. |
||||||||||||||||||||||||||||||
|
4. |
Tijdens de in sub 1 genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienen over het verzoek om uitwerking van het bestemmingsplan. |
||||||||||||||||||||||||||||||