De voor ‘Verkeer en Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
1. verzamelwegen;
2. woonstraten en pleinen;
3. voet- en rijwielpaden;
4. parkeervoorzieningen;
5. sloten, bermen en beplanting;
6. groenvoorzieningen;
7. speelvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
8. tuinen en erven;
9. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
10. complexen van garageboxen, indien de gronden op de planverbeelding zijn voorzien van de aanduiding “garageboxen toegestaan”;
11. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, duikers en/of dammen.
Voor het bouwen van gebouw gelden de volgende bepalingen:
a. als gebouw mogen uitsluitend complexen van garageboxen worden gebouwd;
b. het aantal aaneengebouwde garageboxen per complex zal ten minste 3 bedragen;
c. de oppervlakte van een garagebox zal ten hoogste 20 m² bedragen;
d. de hoogte van een complex van garageboxen zal ten hoogste 3,50 m bedragen.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende bepaling:
a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 5,00 m bedragen
3.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, met inachtneming van het gestelde in de Beschrijving in Hoofdlijnen, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.2.1 onder a en toestaan dat bergbezinkbassins worden gebouwd, mits:
a. een bergbezinkbassin voor het merendeel beneden peil wordt gebouwd;
b. de hoogte van de zich boven het peil bevindende delen van een bergbezinkbassin ten hoogste 1,00 m zal bedragen.