De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a cultuurgronden;
met daaraan ondergeschikt:
b parkeervoorzieningen;
c groenvoorzieningen;
d water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
e wegen, straten en paden;
f nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
g tuinen, erven en terreinen.
Op of in de tot ‘Agrarisch’ bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
a andere bouwwerken, ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen van de in 3.2.1 onder a genoemde andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
a overkappingen zijn niet toegestaan;
b
de bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
c
de bouwhoogte van overige andere bouwwerken
mag niet meer bedragen dan
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
a een goede woonsituatie;
b de verkeersveiligheid;
c de sociale veiligheid;
d de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
e de inpasbaarheid in het straat- en bebouwingsbeeld.