5.1 Specifieke bouwregels
Voor de gronden die zijn aangeduid als “natuurwaarden” geldt dat op deze gronden geen nieuwe bouwwerken mogen worden gebouwd of bestaande mogen worden uitgebreid.
5.2 Afwijken van de regels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 indien uit onderzoek is gebleken dat geen natuurwaarden aanwezig zijn dan wel natuurwaarden niet onevenredig worden geschaad, met dien verstande dat wanneer sprake is van de Ecologische hoofdstructuur als bedoeld in paragraaf 8 van de Verordening Romte Fryslân 2011, het bepaalde in lid 5.1 niet mag leiden tot significante negatieve effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden van de gronden.
5.3 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning
-
Het is verboden op of in de gronden die zijn aangeduid als “natuurwaarden” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
-
het ontgronden, egaliseren en ophogen van gronden;
-
het diepploegen en het scheuren en frezen van grasland;
-
het bemalen of draineren van de grond alsmede het winnen, toevoegen, afdammen of stuwen van water;
-
het graven, dempen, verleggen of verbreden van sloten en andere watergangen;
-
het bebossen van gronden, welke ten tijde van het van kracht worden van de beheersverordening niet als bosgrond konden worden aangemerkt;
-
het vellen, rooien of snoeien van houtgewas, anders dan bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;
-
het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een grotere plaatselijke oppervlakte dan 50 m²;
-
het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen end e daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
-
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
-
het normale onderhoud betreffen;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van deze beheersverordening.
De in sub a genoemde werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect, te verwachten gevolgen, de landschappelijke en natuurlijke waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
![buttons](http://www.bugelhajema.nl/template2010/images/buttons.jpg)