De Loten

 

 

 

 

 

direct naar inhoud van Artikel 4  Gemengd -Wonen-Werken

 

 

 

 

De Loten

 

Regels

 

 

Hoofdstuk 2  Bestemmingsregels

 

 

Artikel 4  Gemengd -Wonen-Werken

 

 

 

 

 

Plan:

De Loten

 

 

Status:

concept

 

 

Plantype:

bestemmingsplan

 

 

IMRO-idn:

NL.IMRO.0091.lo01-vo01

 

 

 

 

 

 

Inhoudsopgave

 

 

Regels

 

 

 

 

 

 

 

Begin

 

 

Vorige

 

 

Volgende

 

 

Omhoog

 

 

 

 

 

Artikel 4  Gemengd -Wonen-Werken

 

 

 

4.1  Bestemmingsomschrijving

 

 

4.2  Bouwregels

 

 

4.3  Ontheffing van de bouwregels

 

 

4.4  Specifieke gebruiksregels

 

 

 

 

 

4.1  Bestemmingsomschrijving

 

De voor

Gemengd -Wonen-Werken

aangewezen gronden zijn, bestemd voor:

 

 

 

 

a.

  wonen;

 

 

in combinatie met de volgende functies:

 

 

b.

de uitoefening van een aan -huis-verbonden-beroep;

 

 

c.

gebouwen ten behoeve van bedrijven als bedoeld in categorieën 1 en 2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;

 

 

d.

kantoren;

 

 

e.

maatschappelijke doeleinden, categorie 1 en 2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Staat van Maatschappelijke activiteiten.

 

 

 

met de daarbij behorende:

 

 

f.

wegen en paden;

 

 

g.

groenvoorzieningen;

 

 

h.

parkeervoorzieningen;

 

 

i.

bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

 

 

 

 

4.2  Bouwregels

 

Op de in lid

4.1

bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:

 

 

a. met betrekking tot hoofdgebouwen geldt dat :

 

 

1.

hoofdgebouwen uitsluitend binnen een bouwvlak mogen worden gebouwd;

 

 

2.

het aantal woningen niet meer dan het bestaande aantal dan wel het op de plankaart aangegeven aantal bedraagt;

 

 

3.

indien op de kaart een bebouwingspercentage is aangegeven, het  bebouwingspercentage van een bouwvlak niet meer dan het op de kaart in het bouwvlak aangegeven percentage zal bedragen;

 

 

4.

de goothoogte van een hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan de op de plankaart aangegeven goothoogte;

 

 

5.

de bouwhoogte van het hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan de op de plankaart aangegeven bouwhoogte;

 

 

6.

de afstand van werkruimten  voor bedrijven, kantoren en maatschappelijke doeleinden dienen te worden gebouwd op een afstand van ten minste 5 m achter de lijn (welke kan worden getrokken) in het verlengde van de voorgevel van de woningen;

 

 

 

b. met betrekking tot bijgebouwen, aan- en uitbouwen, en overkappingen geldt dat:

 

 

1.

de gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen per bouwperceel niet meer dan 75 m2 mag bedragen met dien verstande dat ter hoogste 50% van het erf buiten het bouwvlak mag worden bebouwd, dan wel maximaal het bestaande percentage indien dit hoger is;

 

 

2.

bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) dienen te worden gebouwd met dien verstande dat erkers of tochtportalen (tot  een breedte van niet meer dan 50% van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw en tot een diepte van niet meer dan 1,50 m, en een bouwhoogte van niet meer dan 2,50 meter voor (het verlengde) van de voorgevel mogen worden gebouwd;

 

 

3.

de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3 meter;

 

 

4.

de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 6 meter;

 

 

5.

de goothoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw niet meer mag bedragen dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw danwel de bestaande hoogte indien deze hoger is.;

 

6.

de bouwhoogte van een aan-en uitbouw van een aangebouwd bijgebouw ten minste 1m lager dient te zijn dan de hoogte van een bijgebouw

 

 

c.met betrekking tot bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat :

 

 

1.

de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 1 m mag bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van meer dan 1 meter achter de naar de weg gekeerde gevel(s) niet meer dan 2 m mag bedragen;

 

 

2.

de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 5,5   meter;

 

 

3.

de hoogte van vlaggenmasten niet meer mag bedragen dan 8 meter.

 

 

 

 

 

4.3  Ontheffing van de bouwregels

a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde:

 

 

1.

in

4.2

onder a sub 7 voor het bouwen van werkruimten  voor bedrijven, kantoren en  maatschappelijke doeleinden op een kortere afstand vdan de voorgeschreven 5 m achter de voorgevel van de woningen of in dezelfde lijn als de voorgevel van de woning op voorwaarde dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het stedenbouwkundig beeld in de omgeving en de bebouwing een architectonisch geheel vormt met de woning;

 

 

2.

in

4.2

onder b sub 1 voor het oprichten van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen buiten het bouwvlak tot een maximum van 100 m2 wanneer de gezamenlijke oppervlakte van het bouwperceel meer is dan 500 waarbij van kracht blijft dat maximaal 50% van het erf buiten het bouwvlak onbebouwd blijft.

 

 

 

 

b. ontheffing als bedoeld in

4.3

onder a. wordt slechts verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

 

 

 

4.4  Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

 

het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.