Plan: | Stationsgebied |
---|---|
Status: | onhegesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0091.2010Stationsgebied-onhe |
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bedrijfsactiviteiten als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de als bijlage bij de regels gevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten,
met de daarbij behorende:
b. parkeervoorzieningen;
c. groenvoorzieningen;
d. nutsvoorzieningen;
e. water;
f. bouwwerken, andere werken en bijbehorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:
a. met betrekking tot gebouwen geldt dat:
1. een gebouw uitsluitend binnen een bouwvlak mag worden gebouwd;
2. de goothoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan de op de verbeelding aangegeven goothoogte;
3. de bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte.
b. met betrekking tot bouwwerken geen gebouw zijnde geldt dat:
1.
de
hoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste
2.
de
hoogte van vlaggenmasten ten hoogste
3.
de
hoogte van overige bouwwerken geen gebouw zijnde buiten het bouwvlak ten
hoogste
3.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van:
a. het bepaalde in lid 3.1 sub a voor: de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven die wel zijn genoemd.
b. een onder a. genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
1. het straat- en bebouwingsbeeld;
2. de milieusituatie;
3. de verkeersveiligheid.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van;
a. detailhandel, anders dan in de vorm van productiegebonden detailhandel;
b. risicovolle inrichtingen;
c. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
d. horeca-inrichtingen;
e. vuurwerkbedrijven.
3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.1 sub a. voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven die wel zijn genoemd.
b. Een onder a. genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
1. het straat- en bebouwingsbeeld;
2. de milieusituatie;
3. de verkeersveiligheid;
4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
5. de sociale veiligheid;
6. de externe veiligheid.